Follow Up: “Directeur” Huus van de Taol

De website van het Huus voor de Taol is het voor iemand die het Drents niet machtig is even puzzelen. Toch is de taal voor een leek verrassend goed te begrijpen – in geschreven vorm althans. Het heeft iets vriendelijks. De missie van het Huus van de Taol luidt: “Het stimuleren van het Drèents deur een hiele koppel activiteiten te doen.” Waarom? “Het Huus van de Taol vindt de streektaol slim weerdevol oet cultureel én taolkundig oogpunt“.

“Wij willen ervoor zorgen dat zoveel mogelijk mensen in ieder geval in aanraking komen met het Drents,” legt Renate Snoeijing (43), sinds september directeur van het Huus van de Taol, uit in keurig Nederlands. “Het Huus van de Taol promoot het gebruik van het Drents in alle vormen, of dat nou in spreken, schrijven, muziek, het onderwijs of taalonderzoek is.” In deze Follow Up vertelt ze over haar nieuwe functie en over haar liefde voor het Drents en voor haar geboortegrond. “Het voelt hier beter dan waar dan ook.”

In een interview met het Dagblad van het Noorden zegt u dat u de vacature voor deze baan eigenlijk alleen uit nieuwsgierigheid las. U vertelt dat u in het plaatje paste. Het Huus van de Taol zocht iemand uit het bedrijfsleven, die ook een nieuw ‘uithangbord’ zou kunnen zijn voor de organisatie. Wat trok u aan in de functie?

“De combinatie van met mijn moedertaal bezig kunnen en toch ook het commerciële, dat hier misschien nog niet zo heel erg aanwezig is. Dat kan ik nu heel mooi combineren. Ik ben geen gladde verkoper, maar ik vind het wel leuk om iets goed in de markt te zetten.”

Dat Snoeijing zelf de Drentse streektaalorganisatie vóór haar sollicitatie niet goed kende, is volgens haar exemplarisch voor het feit dat het Huus niet bij iedereen bekend is. Dat is iets anders dan de kop boven het artikel in het Dagblad van het Noorden, benadrukt ze, waarin stond dat ze van het ‘stoffige imago’ af wil. Snoeijing: “Sommige mensen vinden ons misschien wat stoffig, omdát ze ons niet kennen. Ik denk dat daar de crux zit. We moeten beter uitdragen wat we allemaal doen. We hebben een eigen uitgeverij, geven boeken uit, maken taalpakketten voor het onderwijs, geven elk jaar een blad voor het basisonderwijs uit in het Drents en gaan tijdens de streektaalmaand in het Drents voorlezen op bijna 200 scholen. Dat moeten we niet allemaal voor onszelf houden!”

Op welke manier zet u uw marketingachtergrond in voor deze functie?

“Vooral door te zorgen dat ik goed zichtbaar ben, maar ook door te zorgen dat we als Huus van de Taol goed zichtbaar zijn – op de juiste manier en via de juiste kanalen. We willen meer jongeren bereiken: die moet je wel bereiken waar ze zitten. Je zult ze niet via je website of Facebook aantrekken. Ik vind wel dat je website je visitekaartje moet zijn. Daar komen je bezoekers en de mensen waarmee je samenwerkt binnen. Op dit moment vind ik niet dat onze website ons visitekaartje is. Er moet een nieuwe komen.”

Waarom is het belangrijk de Drentse taal te behouden en stimuleren voor Drenthe, maar ook voor de rest van Nederland?

“Los van de geschiedenis is taal gewoon onderdeel van je cultuur, van waar je vandaan komt. Ik vind het heel belangrijk dat je iets weet van de taal van het gebied waar je woont. Dat je het misschien niet spreekt als je vanuit het westen in Drenthe bent komen wonen, dat is één ding, maar het zou wel fijn zijn als je het kan verstaan en ervoor open staat. Wij geven ook cursussen Drents voor beginners, dat kan ook prima voor iemand die de taal niet machtig is. Het is een instapcursus om zo ook in de wereld van de Drent mee te kunnen gaan. Hoe denkt die Drent, hoe uit hij zich.”

Het Drents is emotie, zegt u in een interview met Dagblad van het Noorden. Kunt u uitleggen wat de taal en Drenthe voor u betekenen?

“Het is thuis. Ik heb de eerste achttien jaar van mijn leven in Drenthe gewoond. Daarna heb ik allerlei omzwervingen gemaakt die ik op dat moment nodig vond, maar uiteindelijk ben ik wél weer teruggegaan. Als je achttien bent, wil je de wereld in. ‘Ik ga hier echt niet blijven wonen, ben jij helemaal betoeterd!’ Maar uiteindelijk, als je dan die wereld een beetje hebt verkend, denk je: goh, zo gek was het eigenlijk toch niet. Omdat het gewoon goed voelt. Het voelt beter dan waar dan ook.”

Er is sprake van een sterke bevolkingsafname in Drenthe. Ook vergrijst de provincie harder dan de rest van het land en is er veel laaggeletterdheid. Het CBS voorspelt dat de provincie de komende vijftien jaar verder zal leeglopen. Neemt u deze ontwikkelingen mee in het beleid van het Huus?

Lachend: “De vergrijzing betekent ook dat er een heleboel mensen zijn met vrije tijd, die zich wel met het Drents bezig willen of kunnen houden!” Serieuzer: “Er wordt ook steeds gezegd dat er onder de jongeren weinig Drents wordt gesproken, maar ik denk dat er nog genoeg plekken zijn waar jongeren wél Drents spreken. Ik denk alleen dat we het niet veel horen in het openbaar, misschien door een soort gene. Als je op Facebook kijkt, zie je in Limburg en Zeeland dat mensen elkaar gewoon aanspreken in hun streektaal. In Drenthe zie ik vooral Nederlands voorbij komen. Ik weet niet waarom dat is. Misschien heeft het te maken met mee willen lopen in de pas en vooral willen laten zien hoe goed je Nederlands spreekt.

Ik vind het juist een rijkdom als je een andere taal spreekt, zeker als dat de taal is van het gebied waar je bent opgegroeid. Het is misschien ook iets noordelijks, hè? In het westen wordt er meer geroepen over hoe goed je bent en wat je doet. Hier is het natuurlijk: doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg. Hier zijn we, in ieder geval naar buiten toe, wat minder trots op wat we hebben. Ik vind dat we die trots niet genoeg uitdragen. Maar ik denk dat er met inzet van het Huus van de Taol best iets mogelijk is. Het betekent wel dat je soms op een wat andere manier naar buiten moet treden, jezelf goed moet laten zien. Wat doen we dan bij het Huus van de Taol? Wat zijn er voor activiteiten? Wie werken er dan? Als ik ook maar een kleine bijdrage kan leveren aan een verandering op dat gebied, zou ik dat heel mooi vinden.”

Ik vind dat we [onze] trots niet genoeg uitdragen.

Na een studie Toerisme aan de NHTV Internationale Hogeschool Breda – vanwege de talen – en verschillende commerciële functies (Bizztravel, Landal GreenParks, VacanceSelect.nl en StayOkay) was Snoeijing vier jaar sales en marketing manager bij Martini Hotel Group In Groningen.

U was verantwoordelijk voor de sales en marketing van maar liefst zeven horecaondernemingen. Is het wennen om het gezicht te zijn van ‘slechts’ één organisatie?

“Als sales en marketing manager met zoveel bedrijven onder je, wissel je natuurlijk nog wel eens van insteek. Voor een hotel heb je bijvoorbeeld hotelgasten nodig uit Zuid-Nederland, België of Duitsland, terwijl je voor een restaurant lokale gasten nodig hebt – dan heb je een ander imago. Het is misschien wel fijner om voor één organisatie het gezicht te zijn en uit te dragen waar we voor staan. Maar alles wat hier weer achter zit, dat zijn eigenlijk óók kleine bedrijfjes. Er is iemand die zich bezighoudt met de uitgeverij, iemand die zich bezighoudt met een stukje muziek, de streektaalfunctionaris die zich bezighoudt met streektaal op zich. Er zitten zoveel verschillende componenten aan, dat mijn bord met uitdagingen uiteindelijk weer helemaal vol is.”

In Drenthe is de verbondenheid met de provincie groot, blijkt uit onderzoek van I&O Research naar het regio- en provinciegevoel van Nederlanders. Drenthe staat in de top 3 van meest trotse provincies. “Men is vooral trots op de natuur en de mentaliteit van de provinciegenoten, waarbij de Drentse nuchterheid en gemeenschapszin/naoberschap worden genoemd. De mentaliteit van de mensen is een belangrijke verbindende factor in Drenthe,” schrijven zij. Herkent u dit beeld?

“Ik denk dat dat zeker klopt, ja.”

Kunt u bij uzelf een typisch Drentse karaktertrek benoemen?

“Dat vind ik heel lastig! Het is natuurlijk persoonsgebonden, maar als ik zeg dat ik heel sociaal ben en het belangrijk vind om contact te leggen, dan hoort dat wel bij gemeenschapszin. Dingen met zijn allen willen doen. Of me dat dan per se heel Drents maakt, weet ik niet. Lachend: “Ik vind de natuur ook prachtig, maar in de rest van het land is er óók prachtige natuur.” Dan, oprecht: “Maar hier is het thuis.”

In de rubriek Follow Up geven we gezicht en vervolg aan vacatures waarvoor via onze site is geworven. Heb jij ook een nieuwe baan gevonden via Culturele vacatures en vind je het leuk om mee te doen? Mail naar follow-up@culturele-vacatures.nl

In mei 2019 is voor deze vacature geworven via Culturele vacatures
Tekst: Nienke Piena, Culturele vacatures
Datum: 26/09/2019