Kunst en Wetenschap: Schemerlicht Festival

Foto: Stef van Oosterhout

Welke nieuwe blik op de mens kan een samenwerking tussen kunst en wetenschap ons brengen? Sinds 2021 geeft Schemerlicht Festival ons iedere herfstvakantie een antwoord op die vraag. Ieder jaar vanuit een nieuw thema, met nieuwe (audiovisuele) kunstenaars en wetenschappers. Wat leveren die samenwerkingen op? We bezochten het festival en spraken zakelijk leider Diede van Overbeek (36) over deze vragen.

14 oktober 2023, een van de eerste echte herfstavonden van het afgelopen jaar. Het is koud en nat en we zijn dankbaar dat we wandelschoenen aan hebben. Een keuze die onze festivalgenoot helaas niet heeft gemaakt: zojuist heeft hij zijn meerdere moeten erkennen in een modderpoel, wat wel mooi past bij het thema van Schemerlicht 2023: ‘aarde lagen’. “Verbind je met onze grond, waarin alles leeft, samenkomt en terugkeert,” zo luidt het motto van het festival dit jaar.

Wat zien, horen en beleven we wanneer we onszelf als mens niet langer centraal stellen in de wereld? De mens als onderdeel van het ecosysteem: meebewegend in plaats van de dienst uitmakend. Dat is het uitgangspunt van het audiovisuele Schemerlicht Festival, waarbij wetenschappers, componisten en kunstenaars ieder jaar vanuit een ander thema samen nadenken over de positie van de mens. De (licht)installaties, composities en beelden die daaruit voortkomen zijn een herfstweek lang ’s avonds te bewonderen in het Nijmeegse Goffertpark.

Toeval
“Eigenlijk is het allemaal een soort van toeval geweest,” antwoordt zakelijk leider Diede van Overbeek op de vraag naar het ontstaan van Schemerlicht. Het was het eerste jaar van de coronapandemie en de cultuursector lag bijna helemaal stil: “We wilden een eerste corona-evenement neerzetten. In Rotterdam had je een evenement – een soort magisch lichtjesfestival – en toen dacht ik: ‘Dat kunnen wij ook in Nijmegen, maar dan beter.’” Helaas kon de eerste editie door de coronamaatregelen niet doorgaan, maar het team van Schemerlicht liet zich niet uit het veld slaan: “We hebben het toen doorgeschoven naar het jaar erop. Het voordeel hiervan was dat we een jaar lang de tijd hadden om het concept goed uit te denken en voor te bereiden. Zo is het festival in z’n huidige vorm ontstaan.”

“Dat eerste jaar hebben we op weg naar het festival bij wijze van ‘try-out’ een aantal kunstwerken in de Hortus Botanicus – de eerste locatie van het festival – in Nijmegen geplaatst. Doordat ik Boris Ackett (artistiek leider) erbij betrok werd het direct al een stuk artistieker. Hij is audiovisueel kunstenaar en hij heeft een uitgesproken artistieke kijk op hoe je zo’n festival organiseert. Daardoor werd het veel meer een kunstfestival.”

Philip Vermeulen, FanFanFan. Foto: Stef van Oosterhout

Kunst en wetenschap
De Hortus Botanicus ligt op een steenworp afstand van Radboud Universiteit. “Daardoor ontstond vrij snel het idee om wetenschappers te betrekken bij het festival. We hebben er in dat eerste jaar voor gekozen om ieder jaar vanuit een ander thema te werken, zodat we met steeds andere wetenschappers konden samenwerken. De eerste editie ging over water, wat toevallig ook het jaar van de overstromingen in Limburg was, dus dat was hartstikke actueel. Aan de hand van dat thema hebben we wetenschappers benaderd.” In eerste instantie waren dat wetenschappers van de Radboud Universiteit, maar de jaren daarna werden ook andere onderzoekers benaderd. Die samenwerking tussen kunstenaars en wetenschappers beviel zowel makers als onderzoekers heel erg goed: “De kunstenaars werden echt geïnspireerd door de wetenschappers. Ze mochten ook gebruik maken van de wetenschappelijke data om dat weer te vertalen naar een audiovisueel werk.”

Wetenschappers en kunstenaars doen bij Schemerlicht niet samen onderzoek, het is dus geen samenwerking in de strikte zin van het woord. Het gaat het festival echt om het omzetten van wetenschappelijke data naar een audiovisueel project. Als burger kun je volgens Diede namelijk niet zoveel met enkel en alleen wetenschappelijke data. Kunst kan volgens hem helpen om mensen een gevoel te geven bij wetenschappelijk onderzoek: “Kunstenaars gebruiken voor ons festival wetenschappelijke data om de wetenschap een gezicht te geven, om de bezoeker te laten ervaren wat die data kunnen betekenen. We hebben bijvoorbeeld samengewerkt met Frank Kollas, die onderzoek doet naar de biodiversiteit langs rivieren. Hij had wel driehonderd uur aan onderwateropnames waarin je de invloed van de scheepvaart op het rivierleven kon horen. Het kunstwerk dat naar aanleiding daarvan gemaakt is, is een led-scherm waarop je de verstoring van het waterleven door de schepen ziet terwijl je als bezoeker op een trilplaat staat. Je kunt de boten daarbij dus ook voorbij voelen varen.”

Kunstenaars gebruiken voor ons festival wetenschappelijke data om de wetenschap een gezicht te geven, om de bezoeker te laten ervaren wat die data kunnen betekenen.

In de basis lijkt het daardoor wat hem betreft misschien een beetje op wetenschapscommunicatie, maar er is een belangrijk verschil: “Mensen komen echt naar ons toe voor de audiovisuele kunst en niet voor de wetenschap. Je kunt het festival daardoor als bezoeker op verschillende manieren beleven. Eén daarvan is het ervaren van alle werken inclusief de inhoudelijke laag, maar mensen komen ook naar ons festival toe om gewoon mooie audiovisuele kunst te aanschouwen zonder per se geïnteresseerd te zijn in die wetenschappelijke achtergrond.” De ervaring staat bij Schemerlicht dus centraal: wat zie je, voel je of denk je terwijl je rondloopt in het schemerlicht?

Uitdagingen
Schemerlicht heeft volgens Diede een uniek maakproces. “Dat begint bij Schemerlicht Lab, dat meestal rond april-mei plaatsvindt. Daar ontmoeten de kunstenaars en wetenschappers elkaar. Het is een driedaags programma, waarbij we ook met de kunstenaars naar de festivallocatie gaan – het Goffertpark in Nijmegen. Op dat moment worden de kunstenaars eigenlijk al geïnspireerd door de wetenschappers, de thematiek en de locatie. En vanaf dat moment begint het maakproces.”

“We hebben altijd het doel dat ieder kunstwerk specifiek voor ons wordt ontwikkeld. Ieder werk dat op Schemerlicht staat is in principe echt een nieuw werk of een iteratie op een bestaand werk. Dat proces is natuurlijk redelijk fragiel. Aan de ene kant werken we met beperkte budgetten, en aan de andere kant werken we met kunstenaars die heel groot denken. Het kan best wel een puzzel zijn om dat proces goed te sturen en om de werken te laten aansluiten op de thematiek en de wetenschappelijke achtergrond. Kunstenaars zijn vrij om te bepalen in hoeverre ze onderzoek doorvoeren in hun werk, maar we vinden het wel belangrijk dat de werken aansluiten op de thematiek van het festival en letten erop dat er een balans is tussen de werken die echt duidelijk een inhoudelijke laag hebben en werken die iets meer tot de verbeelding spreken.”

Sven en Clara Sauer, Decisions. Foto: Stef van Oosterhout

Ook het communiceren over de werken op Schemerlicht biedt uitdagingen: “Dat is ook echt wel een zoektocht geweest. Waar we voorgaande jaren werkten met een programmaboekje – wat niet goed werkte omdat het veel te donker was – hebben we het afgelopen jaar de keuze gemaakt om hele grote borden neer te zetten. Aan de ene kant van het bord stond dan de tekst van de curator die vertelde waarom het werk gecureerd was, en aan de andere kant stond de kunstenaarstekst – die vaak te ingewikkeld is om te begrijpen, maar begrijpelijkerwijs wel belangrijk is voor de kunstenaar. Dat laatste is wel een spanningsveld, maar afgelopen jaar hebben we daar met die borden een werkbare vorm in gevonden.”

Van stam tot wortel
Het beeld dat Diede schetst is herkenbaar. Terug op het festival staan we meermaals treuzelend bij een van de borden terwijl we – struikelend over de begeleidende tekst van de kunstenaar – proberen te begrijpen wat laatstgenoemde nu probeert te zeggen. Echter, sommige werken maken ondanks de ietwat omslachtige teksten diepe indruk: door de ervaring die een werk oproept heb je als bezoeker de tekst niet altijd nodig om te begrijpen wat er geuit wordt. Zo bekruipt ons al lopende door het werk Decisions een gevoel van urgentie en gemis. In het werk hebben kunstenaars Sven en Clara Sauer de rode lijn die aangeeft dat een boom gekapt kan worden, gebruikt in een audiovisueel spel. Het pad begint met een samenspel van harmonieuze muziek en flikkerende rode lijnen, op de achtergrond klinkt het geluid van houtkappers. Langzaamaan worden steeds meer rode lijnen permanent en het geluid van de zagen prominenter, totdat er niets meer over is. De bomen langs het pad vallen een voor een weg waar we bijstaan.

Waar Decisions een gevoel van urgentie en gemis oproept, geven de werken van Boris Acket (TRANSIENTS) en Vincent Rangs (Arbor) ons juist een nietig gevoel. Eerstgenoemde is een enorme wortelstronk van een boom van 150 jaar oud die vlakbij is opgegraven – na het festival krijgt deze een permanente rustplek bij de Hortus. De stronk hangt hoog in de lucht. We hebben een gemengd gevoel wanneer we ernaar kijken. Enerzijds zijn we als mens maar klein in vergelijking met de enorme omvang van deze wortels, het roept ontzag op voor de natuur. Tegelijkertijd lijkt de boomstronk wel een lijk dat onder het mom van ‘storytelling’ wordt opgehangen voor de mens. Doet de maker van dit werk werkelijk heel veel anders dan de houtkappers die bomen devalueren tot gebruiksmateriaal voor de mens? Tegelijkertijd is het samenspel met Arbor magisch. Waar TRANSIENTS een dode boomstronk laat zien, toont het werk van Vincent Rangs – dat exact tegenover TRANSIENTS geplaatst is – door het gebruik van speciale software hoe een wortelstelsel groeit. Op een enorm scherm zien we hoe een kleine kiem uitgroeit tot een enorm stelsel van met elkaar verbonden wortels.

Vincent Rangs, Arbor. Foto: Stef van Oosterhout

Met één natte sok en een inmiddels lauwe glühwein lopen we verder. De stem van Rocardo McDougal – ook wel bekend als Rico van rapformatie Opgezwolle – begeleidt ons langs de route. Dan is hij een zandbij, dan weer een regenworm die ons vertelt over het leven onder de grond – verhalen uit de aardelagen.

Meerwaarde
Schemerlicht heeft met de samenwerking tussen kunst en wetenschap wat Diede betreft meerwaarde op verschillende fronten: “Zo werken we vaak met beginnende kunstenaars die voor het eerst met een relatief groot budget een kunstwerk kunnen maken dat in de buitenlucht zichtbaar is. Voor die kunstenaars is dit echt een mooi opstapje in hun beroepspraktijk. We merken ook dat wetenschappers het heel interessant vinden om met mensen samen te werken die op een hele andere manier denken: het is voor hen een hele bijzondere ervaring om hun werk vertaald te zien naar een kunstwerk dat weer zichtbaar is voor een breed publiek. En ook voor dat publiek heeft het denk ik een meerwaarde doordat er misschien wel wat bewustwording wordt gecreëerd, dat we mensen tot denken aanzetten en misschien inspireren om sommige dingen anders te doen.” Niet dat Schemerlicht met een vingertje wil wijzen: “Dat is niet ons doel, maar het heeft wat ons betreft wel een meerwaarde wanneer mensen na zo’n wandelroute nadenken over hun plek in het ecosysteem: ‘Hoe sta ik in de wereld? Wat kan ik doen om de wereld een klein beetje mooier te maken?’”

We willen niet met een vingertje wijzen, dat is niet ons doel, maar het heeft wat ons betreft wel een meerwaarde wanneer mensen na zo’n wandelroute nadenken over hun plek in het ecosysteem.

Juist door de coronapandemie – waarin Schemerlicht ontstond – kwam het team op een ecologisch thema terecht: “De wereld kwam tot stilstand door een virus en daardoor konden mensen inzoomen op de wereld om ons heen. De wereld kwam er in sommige opzichten veel beter voor te staan dan daarvoor: bijvoorbeeld doordat er veel minder gevlogen kon worden. In die gevolgen van de pandemie vonden we een aanknopingspunt, een startpunt van waaruit we aan de slag konden gaan. We hebben het wel een beetje losgelaten om op die bewustwording te sturen, maar als thematiek zit die aandacht voor ecologie nog steeds in het festival.”

Op de vraag wat hij precies bedoelt met het loslaten van die bewustwording, antwoordt hij zelfkritisch: “Nou, we hadden eerst in onze missie en visie staan dat we bewustwording wilden creëren rondom de plek van de mens in het ecosysteem. Dat is hartstikke mooi, maar je kunt daar ook heel kritisch over zijn: een festival organiseren in deze vorm is natuurlijk niet heel duurzaam en de kunstwerken zijn dat ook niet allemaal. We zijn dus geen bio-art-festival. We zijn echt een belevingsevenement, daar zijn we ook heel goed in. We willen bezoekers wel tot denken aanzetten, maar het is bijvoorbeeld lastig om ons festival CO2-neutraal te organiseren of om helemaal geen gebruik te maken van producten die de aarde schaden.” Schemerlicht wil dus wel engageren, maar niet sturen.

“We proberen het festival wel zo duurzaam mogelijk te produceren. We zijn bijvoorbeeld niet afhankelijk van een aggregaat, we serveren geen vlees – in de breedte van de organisatie zijn we onszelf dus wel bewust van onze impact op het klimaat en proberen we die te verkleinen.”

Boris Ackett, TRANSIENTS. Foto: Stef van Oosterhout

Herinneringen en de blik vooruit
“De mooiste herinneringen zijn voor mij toch wel de samenwerking tussen kunstenaars en wetenschappers en de werken die daar de afgelopen jaren uit zijn voortgekomen. Die zijn toch wel heel verrassend, mooi en mij het meeste bijgebleven. Daarnaast heeft ieder jaar weer z’n uitdagingen, maar ik denk dat we de afgelopen jaren echt een paar hele mooie en bijzondere kunstwerken ontwikkeld en tentoongesteld hebben.”

Sommige van die kunstwerken zijn af en toe nog te zien: “Enkele kunstwerken hebben we – een soort van – in eigen beheer. De Radboud Universiteit bestond het afgelopen jaar bijvoorbeeld 100 jaar en daarvoor hebben we twee kunstwerken geplaatst die eerder ook op Schemerlicht stonden. Andere kunstwerken gaan in een nieuwe vorm weer verder, sommige kunstwerken zijn eenmalig en kunnen ook alleen maar eenmalig tentoongesteld worden. We proberen vaak wel zo te denken dat een kunstwerk in een nieuwe vorm verder kan of dat Schemerlicht de eerste stap is in de verdere ontwikkeling van een kunstwerk. De 3D-printer die we dit jaar hadden – Printing The Underground – is een heel groot project van Marco Barotti en dit was een klein onderdeel van een onderzoek dat zo’n drie jaar duurt. Dat project ontwikkelt zich dus ook weer verder.”

De mooiste herinneringen zijn voor mij de samenwerking tussen kunstenaars en wetenschappers en de werken die daar de afgelopen jaren uit zijn voortgekomen.

Voor de toekomst zijn er veel veranderingen op komst waar Diede naar uitkijkt. “De komende jaren gaan we werken met twee nieuwe curatoren. Een hoofd curator en een maker die ook een klein gedeelte van het festival gaat cureren, maar dan voornamelijk het academisch talent. Ik denk dat dat laatste proces wel heel interessant gaat worden.” Laatstgenoemde curator gaat de komende drie jaar onderzoek doen naar de rol van audiovisuele kunst. “Hij zal daarover een paper schrijven dat ook gepubliceerd gaat worden. Dus we zoeken de komende tijd echt nog meer de verdieping op om onszelf af te vragen: ‘Wat is audiovisuele kunst? En hoe verhouden wij ons tot audiovisuele kunst?’ Daarnaast hebben we gewoon weer hele mooie thema’s waar we de komende drie jaar mee aan de slag gaan, die iets abstracter van aard zijn, namelijk ‘ruimte’, ‘tijd’ en ‘bewustzijn’.”

Wij kijken nu al uit naar de volgende editie van Schemerlicht (van 17 oktober tot en met 27 oktober 2024). Zien we je daar?

Ben je na het lezen van dit blog nieuwsgierig geworden naar de afgelopen editie van Schemerlicht? Dan kun je hier een sfeerimpressie van Schemerlicht 2023 bekijken.

Kunst en wetenschap lijken elkaar steeds vaker op te zoeken: van artist residencies op universiteiten tot transdisciplinaire programma’s bij kunstinstellingen. In de reeks Kunst en Wetenschap gaan we op zoek naar deze kruisbestuivingen: Wat gebeurt er wanneer kunst en wetenschap elkaar ontmoeten?

Tekst: Iris Romeijnders, Culturele vacatures
Datum: 23/02/2024