Musea komen maar moeilijk los van hun stoffige imago onder jongeren. Als het aan Sander Roovers (37) ligt, komt daar de komende jaren snel verandering in. Hij is sinds mei 2021 Projectleider Publieksverbreding voor vijf musea in Noord-Brabant. Samen met zijn collega’s Manoah Salampessy en Eline Zwart gaat hij aan de slag met de opgave om meer vmbo’ers naar musea te trekken. “Zo’n zestig procent van de middelbare scholieren volgt een vmbo-opleiding, dat is een gigantisch grote groep. Toch bezoekt maar een fractie van deze grote groep leerlingen het museum. Dat is erg jammer.”
Het is een veelgehoorde wens in de cultuursector: een jonger en diverser publiek aantrekken. Vraag het een willekeurige programmamaker of marketeer en je zult horen wat een uitdaging het is om dit te bereiken. De behoefte tot een breder publiek zullen Het Noordbrabants Museum, Design Museum Den Bosch, Van Abbemuseum Eindhoven, Stedelijk Museum Breda en Museum Helmond ook hebben vastgesteld. De vijf Brabantse musea sloegen de handen ineen en deden een gezamenlijke subsidieaanvraag bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Provincie Brabant om de komende jaren te werken aan een fundamentele en blijvende publieksverbreding, met name als het gaat om het bereiken en betrekken van vmbo-leerlingen. De aanvragen werden gehonoreerd, waarna Sander Roovers in mei 2021 samen met nieuwe collega’s Manoah en Eline kon beginnen aan de uitdagende opgave.
Interessanter museumaanbod
De driekoppige projectgroep is inmiddels ruim een half jaar bezig. In 2021/2022 ligt de focus op de twee musea in Den Bosch: Het Noordbrabants Museum en het Design Museum Den Bosch. “We zijn vrij snel gestart met een pilot”, zegt Sander daarover. “We werken samen met vijf verschillende scholen in Den Bosch, Drunen en Waalwijk. Het educatieve aanbod krijgt vorm in co-creatie met de leerlingen, ze krijgen veel zeggenschap over hoe hun museumbezoek er uit moet zien.” In groepen van 16 bezochten de leerlingen de twee musea. Daar werden meningen en gevoelens gepeild en werd hen gevraagd hoe zij het museum ervoeren. Daarnaast werden er educatie-opdrachten getest. Sander: “We zijn de leerlingen dus al stevig aan het bevragen. De inzichten die we nu opdoen, nemen we mee in de volgende fase en de bevindingen van die fase weer in de volgende. Zo komen we bij een aanbod dat steeds beter aansluit bij het onderwijs en de belevingswereld van vmbo-leerlingen.”
Gaat dit dan zorgen voor een aardverschuiving in de programmering van de musea? “Niet per se”, zegt Sander. “In principe blijft de programmering hetzelfde en het museum als instituut verandert ook niet.” Wat er dan wel anders wordt? Het educatieaanbod voor leerlingen en hun ervaring als ze in het museum zijn. “Denk dan bijvoorbeeld aan multizintuiglijke aspecten en meerstemmigheid tijdens een museumbezoek en rondleidingen die aansluiten bij de belevingswereld van de leerlingen.” Oftewel: het aanbod dat al bestaat niet zozeer aanpassen, maar interessanter maken voor leerlingen.
Ik heb in de spiegel gekeken en gezegd dat het wel leuk moet blijven
Van HR naar educatie
Sander vertelt het allemaal met weloverwogen woorden. Hij heeft duidelijk goed nagedacht over de lange lijnen van het project en weet waar hij en zijn collega’s naartoe willen. Het werk lijkt hem dan ook goed te liggen. Maar het was lang niet altijd zeker dat hij als projectleider in de cultuursector aan de slag zou gaan. Sander studeerde Management, Economie en Recht aan de Avans Hogeschool in Breda. Via zijn stage rolde hij de HR-wereld in, zijn eerste baan was Trainingscoördinator bij een Japanse graafmachineproducent. Hij merkte echter al vrij snel dat hij de behoefte had om voor zichzelf te beginnen. Hij begon met het uitgeven van een magazine over werkgeluk, genaamd Ygenwijs. Een mooi avontuur, aldus Sander. Maar de balans tussen werk en privé was na een tijdje zoek. “Ik heb toen in de spiegel gekeken en gezegd dat het wel leuk moest blijven.” Hij stapte uit de firma, die doorging zonder hem.
Na een half jaartje bijkomen van het avontuur kreeg hij de vraag vanuit Cubiss om het magazine DURF! door te ontwikkelen. Dat was zijn eerste professionele stap in de cultuursector. Bij Cubiss deed hij tegelijkertijd ervaring op met educatieve programma’s; hij pakte een aantal onderwijsprojecten op. “Dat was niet per se mijn achtergrond, maar ik vond het wel ontzettend leuk en leerzaam om te doen.” Na vier jaar Cubiss was Sander toe aan een nieuwe uitdaging. Toen hij de vacature bij Het Noordbrabants Museum zag, was hij snel overtuigd. “Ik wil me bezighouden met projecten waar ik veel energie uithaal, waarmee ik zinvol bezig ben en waarvan ik het gevoel heb, dat ik er goed in ben. Iets op het snijvlak van mijn talenten en mijn passie. Uiteindelijk heb ik mijn hart gevolgd en ben ik terechtgekomen waar ik nu ben.”
Ik ben veel meer een generalist dan een specialist
Het pak van projectleider zit Sander als gegoten, aldus hemzelf. “Ik ben veel meer een generalist dan een specialist. De inhoud moet me uiteraard wel aanspreken, maar het is niet mijn hoofdfocus. Het liefst werk ik daarom samen met specialisten, die juist wel ontzettend veel weten over de inhoud. Zo is dat ook in ons huidige projectteam: Manoah en Eline zijn de specialisten op het gebied van cultuureducatie. Ik houd me vooral bezig met de grote lijnen en moet ervoor zorgen dat we het project zo succesvol mogelijk wegzetten. We zijn met z’n drieën een fantastisch team!”
Vmbo slecht vertegenwoordigd
Dat de focus in dit project ligt op vmbo-leerlingen is niet heel verwonderlijk. Naast de gangbare bezoekers – die over het algemeen van een leeftijd boven de 60 zijn – willen de musea heel graag het publiek verbreden. Er is veel winst te behalen in het middelbaar onderwijs. Echter, daar waar bij havo en vwo museumbezoeken wat vaker tot de onderwijsplanning horen, is dat bij vmbo-klassen veel minder het geval. “Zo’n zestig procent van de middelbare scholieren volgt een vmbo-opleiding, dat is een gigantisch grote groep. Toch bezoekt maar een fractie van deze grote groep leerlingen het museum. Dat is erg jammer.”
Het vierjarige project moet er dus voor zorgen dat uiteindelijk meer vmbo-leerlingen hun weg weten te vinden naar de Brabantse musea. Zoals gezegd begint dat proces in Den Bosch. In 2023 wordt het project ook uitgerold in de deelnemende musea in Helmond, Breda en Eindhoven. In 2024, in principe het laatste jaar van het project, wordt het door heel Brabant uitgerold. Dat de projectperiode dan stopt, wil niet zeggen dat de ontwikkelingen stoppen. Sander: “De focus van dit project ligt op musea, dat blijft de basis. Maar uiteraard kunnen veel culturele instellingen profiteren van de kennis die wij opdoen. We willen dan ook zoveel mogelijk van die kennis ontsluiten. Dat doen we middels een website, die al in het tweede kwartaal van dit jaar wordt gelanceerd.” Op de website zullen onder andere inzichten over de samenwerking met vmbo-leerlingen staan, ter inspiratie voor andere musea en culturele instellingen. “En we willen met dat online platform het project een eigen naam en identiteit meegeven: aansluitend bij de educatievisie van de musea, maar met een eigen jasje. Er komt dus nog een pakkende naam en visuele identiteit.”
Uiteraard kunnen veel culturele instellingen profiteren van de kennis die wij opdoen
Een andere invulling
“We zijn gelukkig niet de enige in het land die bezig zijn met dit soort projecten”, vervolgt Sander. “Een goed voorbeeld is Blikopeners van het Stedelijk Museum Amsterdam.” Broodnodig, want volgens Sander heeft de cultuursector zich te lang gericht op een specifieke doelgroep. Daardoor is het volgens hem soms lastig om de vertaalslag te maken naar het enthousiasmeren van een compleet andere doelgroep. “Het vergt bijvoorbeeld een andere invulling van promotieactiviteiten om de doelgroep te bereiken. Gelukkig heeft dat de laatste jaren een versnelling gekregen door de aandacht binnen de cultuursector voor inclusie en diversiteit.”
Sander leert het liefst door dingen gewoon te doen. Dan kom je er vanzelf achter wat wel of niet werkt. Waar je wel of geen energie van krijgt. Dat is volgens hem ook de crux bij het enthousiasmeren van jongeren voor musea. “Jongeren moeten een museum ervaren om er enthousiast over te worden. Daarom nodigen we vmbo-leerlingen in eerste instantie uit om naar het museum te komen en gaan we in gesprek over wat zij graag zien of doen in het museum. Als dat museumbezoek dan vervolgens ook nog aansluit bij hun voorkeuren, kan dat voor een enorme transformatie zorgen: van een stoffig imago naar iets dat interessant, leuk en zinvol is.”
De meeste mensen in de cultuursector werken vanuit een grote passie voor hun beroep. Het zijn vaak bijzondere beroepen. In onze rubriek Close Up zoeken we uit wat deze beroepen inhouden.