Over de duurzame ontwikkelingen in de mode- en textielindustrie
David Attenborough is all over mijn Instagram. Zijn documentaire A Life On Our Planet, over onze soort die zich alles heeft toegeëigend, maakt diepe indruk op alle Millennials die verwoed op zoek zijn naar antwoorden in een wereld die brandt. Ook ik was diep onder de indruk. Het feit dat een diersoort, tijdens zijn eigen uitsterven, een documentaire kan maken over zijn eigen uitsterven is uniek in de geschiedenis van de aarde. En David Attenborough was absoluut degene die dat moest doen.
Als oud-copywriter voor Culturele vacatures vind ik het een enorme eer een stuk te mogen schrijven over dat waar ik me sinds mijn vertrek hier elke dag mee bezig houd: de circulaire economie. Ik focus me op mode en textiel, en onderzoek de mogelijkheden die we in die sector hebben om de druk op de aarde te verlichten. We moeten ons grondstoffengebruik terugdringen en radicaal nieuwe keuzes maken, zegt ook Attenborough in zijn handreikingen aan het eind van de documentaire. Dit stuk is een klein tipje van de sluier waarachter mooie dingen gebeuren die perfect passen in die nieuwe wereld.
1. We are nature
Als we natuur zijn, dan kunnen we die natuur ook áán. In de meest letterlijke zin van het woord. We dragen de natuur elke dag. Van plastic tot katoen, alles komt in essentie uit de natuur. Het grote verschil is, dat de mens zich methodes heeft eigengemaakt die ervoor zorgen dat diezelfde grondstoffen na onze bewerking niet weer terug de natuur in kunnen. Plastic vergaat niet, verfstoffen zijn toxisch – dat kan niet de bedoeling zijn.
NEFFA, het fashion innovation bedrijf van Aniela Hoitink, besloot dat het fenomeen fast fashion ook juist gebruikt kan worden in ecodesign. Er zijn veel verschillende meningen over de term fast fashion. In principe is het snel en on demand produceren van kleding niet zo slecht. Het zou in theorie ook juist tot minder verspilling kunnen leiden, omdat je je productie precies kunt afstemmen op wat consumenten willen. Het tempo waarin fast fashion van grondstof tot kledingstuk gaat, heeft alleen een heel ander gevolg gehad. Het zorgt tot op de dag van vandaag tot een permanente prijzenoorlog tussen textielfabrikanten en merken, beter bekend als de ‘race to the bottom’, die voor dramatische arbeidsomstandigheden, een enorme verspilling van grondstoffen en gigantische milieudruk zorgt. (Wil je hier meer over weten, kijk dan het programma ‘De slag om de klerewereld’, van Teun van de Keuken en Roland Duong op npostart.nl.)
NEFFA ontwikkelde een manier om in een lab van mycelium, de draden waarmee paddenstoelen gigantische netwerken aanleggen onder de grond, textiel te maken. Het is een 180 graden andere benadering. Kleding van MycoTEX, zoals het materiaal heet, kan létterlijk terug de grond in. En dat betekent dat wanneer je klaar bent met je kledingstuk – wat trend-technisch in een fast fashion systeem snel gebeurt – je het simpelweg kunt begraven in je achtertuin of het park. Onze honger naar nieuw kan op deze manier dus ook heel ecologisch zijn.
2. Circular Systems
We hebben een nieuw systeem nodig, zoveel is wel duidelijk. Het lineaire Take, Make, Waste-systeem waarmee we jaren gewerkt hebben heeft onze aarde uitgeput. Iets maken, gebruiken en weggooien heeft ons niet bepaald tot goede rentmeesters van onze eigen habitat gemaakt, en daar zijn we uiteindelijk zélf de dupe van.
We moeten van een lineair systeem naar een circulair systeem. En hoewel circulariteit pas echt mogelijk is als iedereen meedoet, wordt er nu al mee geëxperimenteerd. Neem MUD Jeans. Dit denim merk zorgt ervoor dat een deel van hun broeken die mensen niet meer aan willen terugkomen naar MUD Jeans en gerecycled worden, om er vervolgens een nieuw paar MUD Jeans van te maken. Ze zoeken naar nieuwe vormen van eigenaarschap, ze maken het mogelijk een broek te leasen, en ze experimenteren met nieuwe manieren van verven. Minder water, minder chemicaliën en herbruikbare verfstoffen.Om dat te toppen werken ze toe naar het absolute summum in recycling; denim van 100% post-consumer waste (dit is een term die in de afval- en recyclingwereld gebruikt wordt voor producten die na gebruik zijn afgedankt. Er bestaat ook pre-consumer waste, dat zijn producten die überhaupt nooit een eigenaar hebben gehad en toen al zijn afgedankt). Het is een te lang verhaal om hier uit te leggen, dus je moet me op mijn groene ogen geloven, maar een broek maken van 100% post-consumer waste is tot op heden onmogelijk. Het zou dus niet minder dan een kleine revolutie zijn als het lukt.
3. Wearable Tech
Het modelandschap moet radicaal veranderen en afstappen van trends willen we circulariteit echt mogelijk maken. Binnen die nieuwe manier van kijken en denken, komt er ook ruimte om je kleding nieuwe functies te geven. Kleding die met je communiceert, je vertelt of het goed met je gaat, sportshirtjes die je hartslag meten, jassen waar je je telefoon mee kunt opladen, een pak dat gaat trillen als je achter het stuur in slaap dreigt te vallen, of een jas die – in tijden van corona – signalen uitzendt naar iemand anders bij wijze van knuffel.
Laatstgenoemde jas is een project van Pauline van Dongen, Holst Centre en Daisy van Loenhout, en is een symbiotische samenwerking tussen iemand die het pak ‘aanstuurt’ en degene die het draagt. Er zitten trillers verspreid in de jas die je op allerlei verschillende manieren kunt aansturen, en dat zorgt weer voor verschillende sensaties. Het idee is dat je hierdoor meer in contact bent met elkaar in tijden van afstand. Op dit moment is online Dutch Design Week aan de gang, daar kun je het pak bewonderen.
In de medische wereld is wearable tech al meer ingeburgerd. Zo is er op dit moment een project in ontwikkeling om kinderen die geboren worden met geelzucht aan de gebruikelijke blauwlichttherapie bloot te stellen zonder dat ze hiervoor wekenlang afgezonderd van hun ouders in een couveuse moeten liggen. Deze Bilihome, o.a. ontwikkelt door Marina Toeters van by-wire.net, heeft pasgeleden de prestigieuze Red Dot Design Award gewonnen, en maakt het mogelijk lichttherapie te combineren met het essentiële huid-op-huid contact wat baby’s zo hard nodig hebben.
Pioniers in een veranderende wereld
De textielindustrie is een van de meest vervuilende industrieën die we kennen. En behalve vervuilend, staat het ook heel dichtbij ons; we dragen immers elke dag kleren. Ons gedrag en ons kijken veranderen over iets dat we elke dag dragen is niet zo simpel.
Wat deze voorbeelden gemeen hebben; het zijn allemaal frontrunners op het gebied van duurzame ontwikkelingen voor de fashion sector. Mensen die het hebben aangedurfd onze blik te verruimen, die durven te investeren in de nieuwe economie, en die ons laten zien dat we niet vastzitten in de status quo, maar dat wijzelf beslissen wat de status quo is.
Precies dat vertelt ook David Attenborough ons in A Life On Our Planet. Wat ons te doen staat is eigenlijk heel simpel: de juiste keuzes maken. Vooral onszelf, en als gevolg daarvan ook voor de wilde natuur die we zo hard nodig hebben om te overleven.
Vind je dit interessant en ben je benieuwd naar meer? De klassieker The True Cost is een basis must-watch als het over fast fashion gaat. Daarnaast heeft Pakhuis de Zwijger nu een prachtig livecast programma genaamd Reflow over textiel en de circulaire economie, en is de Tegenlicht-aflevering Op volle retouren een enorme eye-opener als het over onze online shopdrang gaat.
Rosa Scholtens is schrijver, onderzoeker & ondernemer, en werkt op verschillende manieren aan het verspreiden van circulair gedachtegoed voor de mode- en textielindustrie. Je kunt haar volgen op Instagram @rosascholtens, en op haar website publiceert ze regelmatig blogs en artikelen: www.rosascholtens.nl.