Op expeditie in muZIEum: benader mij als persoon, niet als ‘de blinde’

Publieksbegeleider Melly schudt de hand van een bezoeker. De ruimte om hen heen is donker. Publieksbegeleider Melly met een bezoeker. © Elske Nissen

Te veel blinde en slechtziende mensen krijgen te maken met onbegrip van hun ziende medemens, vinden ze bij muZIEum. Om hier verandering in te brengen kunnen bezoekers van dit museum ervaren hoe het is om blind of slechtziend te zijn. Culturele vacatures stapte het donker in en leerde een heleboel bij. “Alleen mijn ógen doen het niet.”

‘Hallo?’ klinkt een stem in het donker, ‘met wie heb ik het genoegen?’. Ik sta in een halfdonkere sluis waarin zojuist de deur naar de bezoekerservaring ‘Expeditie in het donker’ van museum muZIEum is opengeschoven. In die volgende ruimte is het écht donker: ik zie alleen een zwart gat. Ergens in dat gat bevindt zich mijn gids Tatjana, die me door deze ervaring zal loodsen.

Een man in een rode blouse houdt de speaker van een installatie in het museum bij zijn oor. Hij heeft zijn ogen dicht. Op de achtergrond zie je afbeeldingen van de mensen die via de speakers vertellen over hun ervaringen met blind- of slechtziendheid.

Tatjana legt me uit dat ik rechtdoor moet lopen om bij de bank uit te komen. Daar zullen we even gaan zitten zodat ik rustig kan wennen aan deze nieuwe situatie. ‘Zal ik mijn stok gebruiken?’ vraag ik. Vlak voor ik het schemerduister in ging heeft publieksbegeleider Melly me laten zien hoe je een taststok gebruikt: rechtopstaand, met je arm ontspannen omlaag, zodat je hem met een kleine polsbeweging vlak voor je voeten op schouderbreedte heen en weer kan bewegen. ‘Ja, dat lijkt me zinnig’, lacht Tatjana.

Het muZIEum noemt zichzelf een ‘ervaringsmuseum’. Je vindt er geen Hollandse meesters of dinosaurusbotten, maar ervaringen kunnen zien. In de centrale hal kun van mensen die niets of weinig je bijvoorbeeld luisteren naar het verhaal van Marie-Josie, die op latere leeftijd grote delen van haar zicht verloor door maculadegeneratie. Ze kan geen gezichten meer herkennen en herkent mensen aan hun loopje of stem, vertelt ze op band. Haar abonnement op het Nationale Ballet heeft ze na 40 jaar opgezegd.

Ook kun je dankzij verschillende ‘expedities’ zoals deze – een klein beetje – ervaren hoe het is om blind of slechtziend te zijn. Door op deze manier zoveel mogelijk ziende mensen bewust te maken van de ervaringen van hun blinde en slechtziende medemens, hoopt het museum bij te dragen aan een meer inclusieve samenleving.

Bij muZIEum vindt je geen Hollandse meesters of dinosaurusbotten, maar ervaringen van mensen die niets of weinig kunnen zien

Glasscherven opruimen
Oké, daar gaan we. Ik beweeg de stok voor mijn voeten heen en weer en stap het donker in. Bijna meteen laat ik mijn opname-apparaatje vallen. Hoe ga ik dat terugvinden? Ik kniel en beweeg mijn hand over de grond. Ah, hebbes. Dat viel gelukkig mee. Het is pas echt lastig als je blind bent en een glas laat vallen, weet Tatjana. ‘Ik kan niet zien of ik alle scherven heb opgeruimd. Ik heb wel eens een huishoudhandschoen aangedaan en voorzichtig even met de hand gezocht naar de grote stukken.’

Met ingehouden pas en mijn vrije hand vooruit beweeg ik me door de ruimte. Mijn hand raakt zacht leer. De beloofde bank. Tatjana zit een eindje verderop, hoor ik aan haar stem. Het voelt wel knus, zo in het donker. Ik heb de neiging mijn ogen dicht te doen, zodat het logischer voelt dat ik niets zie. Ik ontspan iets en richt mijn aandacht op wat ik hoor, voel en ruik.

Expeditie ribbelroute: een groepje mensen loopt onder begeleiding van een gids in felgekleurde hesjes over straat met een bril op waardoor ze niets zien en een taststok.

Lokaal geheugen
Vandaag doe ik de expeditie alleen, maar Tatjana en haar collega-gidsen begeleiden meestal grotere groepen. Om al die mensen – die je niet kunt zien – door een onbekende ervaring te helpen moet je goed opletten, vertelt Tatjana. ‘Ik sta continu aan. Ik houd de tijd in de gaten, maar let er ook op dat alles veilig gebeurt. Als iemand erg onzeker beweegt, duurt het allemaal wat langer. En als ik in een grote groep ineens twee mensen helemaal niet meer hoor, moet ik alert zijn: er waren toch nog een paar mensen? Waar zijn die in hemelsnaam gebleven?’

Tijd om de rest van deze woonkamer te gaan verkennen. Ik sta op en beweeg mijn taststok voor me heen en weer in de verwachting dat ik op een koffietafel zal stuiten. ‘Die hebben we om veiligheidsredenen maar weggelaten’, lacht Tatjana. ‘Maar grappig dat je probeert aannames te doen over wat je zult tegenkomen. Ik kan dat nooit doen. Wanneer ik ergens voor het eerst kom, heb ik geen idee hoe groot het daar is en wat er allemaal in die ruimte staat. Ik moet dat eerst allemaal een keer ondervinden.’ Voor iedere plek ontwikkelt Tatjana een soort ‘lokaal’ geheugen. ‘Ik onthoud niet de hele tijd alles, maar vaak komt de herinnering aan een ruimte terug zodra ik er binnenstap.’

Vaak komt de herinnering aan een ruimte terug zodra ik er binnenstap

Reclamefolder
Ik vervolg mijn zoektocht. Ik merk dat ik benoem wat ik op de tast denk te herkennen. Is dit… een tweede bank? Een tafeltje? Tatjana antwoordt bevestigend: zij weet precies waar ik me bevind. Even later kom ik een televisie tegen. ‘Denk je dat ik een televisie heb?’ vraagt Tatjana. Ik denk van wel, maar ik heb het mis, zo blijkt. ‘Ik kijk wel televisie, maar dan via apps op mijn telefoon’, legt Tatjana uit. Dit geldt niet voor alle blinden, maar Tatjana heeft een duidelijke motivatie: ‘Ik besteed de ruimte die een tv inneemt liever aan goede speakers.’

Geen televisie dus, en ook geen beeldscherm bij de computer. Wat Tatjana thuis wel heeft, is een leesregel. Op deze ‘balk’, die wel iets wegheeft van een grote spatieknop, verschijnt in braille regel voor regel de tekst die een ander op een computermonitor zou zien. Naast de brailleregel gebruiken veel blinde en slechtziende mensen software die voorleest wat er te zien is op hun computer, telefoon of smartwatch.

Internet en apps bieden mensen die niet, of moeilijk zien meer zelfstandigheid en daarmee vrijheid dan voorheen. Zo zijn er apps die etiketten kunnen voorlezen en kleuren, objecten en lichtsterkte kunnen herkennen. Het is fijn als iemand je helpt, vertelt Tatjana, maar soms is het wel zo prettig om spullen te bestellen of je bankzaken te regelen zonder tussenkomst van een ander. Toch mogen veel websites wel wat toegankelijker. Als je een scherm regel voor regel moet doorlopen via een brailleregel of voorleesfunctie, is het frustrerend als een logische structuur ontbreekt of afbeeldingen geen duidelijke beschrijving opleveren. Een blinde heeft niets aan een plaatje van een reclamefolder.

Een man en een vrouw spelen een potje drie-op-een-rij met een spel waarbij je de stukken goed kunt voelen.

Tweetaligheid
De arbeidsparticipatie van blinde en slechtziende mensen tussen de 15 en 65 jaar blijft achter op die van de reguliere beroepsbevolking. Slechts 29% van hen had in de periode 2015 t/m 2018 een betaalde baan, blijkt uit het meest recente onderzoek (het landelijk gemiddelde was destijds zo’n 84%). Het muZIEum wil ook op dit gebied bijdragen aan de emancipatie van mensen met een visuele beperking en doet dit door passende banen te creëren. Bij het museum werken 73 mensen, waarvan er 55 niet, of minder goed zien. Alle gidsen die bij het museum werken zijn blind, zodat zij de expeditiedeelnemers goed kunnen meenemen in de manier waarop blinde mensen de wereld ervaren. De andere functies in het museum, zoals die van publieksbegeleider, worden door zowel slechtzienden als zienden vervuld.

Ook andere werkgevers zouden verder moeten kijken dan iemands beperking, vindt Tatjana. ‘Iedere blinde of slechtziende is anders. Mijn kwaliteiten staan los van mijn handicap. Ik ben bijvoorbeeld tweetalig en kan daardoor Nederlandstalige, maar ook Duitstalige rondleidingen geven. Een werknemer met een beperking stelt misschien net wat andere vragen dan een ander, maar iedereen zou een kans moeten krijgen.’

Iedere blinde of slechtziende is anders. Mijn kwaliteiten staan los van mijn handicap

Inlevingsvermogen
Eigenlijk staan de meeste ziende mensen te weinig stil bij de ervaringen én de capaciteiten van mensen met een visuele beperking, vinden ze bij muZIEum. Begrepen mensen zonder visuele beperking bijvoorbeeld maar dat je geen fietsen op een geleidelijn kunt zetten, en een blindengeleidehond niet moet aaien, verzucht Tatjana. ‘Dat kan zelfs gevaarlijk zijn. Iemand kan bijvoorbeeld van de trap vallen doordat zijn hond afgeleid raakt.’

Soms zijn mensen ronduit onbeschoft in hun nieuwsgierigheid, vertelt Tatjana. ”Ben je altijd al zo?’ Of: ‘heb je verder nog lichamelijke problemen?’ Ik ben geen studieobject. Als ik een theatermedewerker vraag om me naar mijn stoel te begeleiden, wil ik geen complete opsomming van mijn leven hoeven geven.’

Mocht je op straat iemand tegenkomen waarvan je denkt dat die hulp nodig heeft, vraag dan eerst of dat echt zo is, benadrukt Tatjana. ‘Pak me niet zomaar vast om me ergens anders neer te zetten. Práát met me. En als ik zeg: ‘nee, dankjewel’, dan heb ik jouw hulp niet nodig.’

Ook ‘adorerende’ reacties zijn vermoeiend, legt ze uit. ‘Dan sta ik bij de bushalte en zegt iemand: ‘wat knap dat je de deur uitgaat’. Ik draai het vaak om: ‘Wat knap dat ú hier bent, fantastisch.’ Dat vinden mensen dan weer raar, haha. Ik zeg altijd: alleen mijn ógen doen het niet.’

Ik zeg altijd: alleen mijn ógen doen het niet.’

Koken aan de hand van geur en geluid
Ik vervolg mijn ontdekkingsreis door deze woonkamer. Er is ook een piano, tipt Tatjana. Ze laat prompt een riedeltje horen. Ik volg het geluid en kan al snel mijn vingers langs de toetsen laten glijden. Vlak naast de piano voel ik een hard, glad oppervlak met daarin kleinere, hoekige voorwerpen: de boekenkast. Het voelt intiem om al deze spullen zo maar aan te raken, maar alleen zo kan ik me een beeld van mijn omgeving vormen.

We gaan door naar de keuken. Ik voel de typische ribbeltjes van een ouderwets aanrecht, en daaronder een grote hendel. Dat moet de koelkast zijn. De vloer onder mijn schoenen verandert. Voel ik zeil, of laminaat? Onze stappen klinken als dat laatste. Even verder stuit ik op een inductiekookplaat. Zo’n plaat is vast veel veiliger dan gas, opper ik. ‘Ik heb collega’s die zweren bij gas’, corrigeert Tatjana. ‘Maar zij hebben het leren gebruiken: je zet bijvoorbeeld eerst je pan neer en steekt dan pas het gas aan.’ Als je niet of niet goed kunt zien, kook je aan de hand van geur en geluid, legt ze uit. ‘En soms voel ik met mijn bestek hoe ver een gerecht is.’

Een man en een vrouw zitten aan een tafel met brillen op waardoor je niet of minder goed kunt zien.

Schrikken van de donder
Via een volgende schuifdeur lopen we de ’tuin’ in. ‘We hebben een vijver, dus we gaan zo meteen aan je rechterhand een bruggetje over,’ waarschuwt Tatjana. Al snel tikt mijn taststok ergens tegen aan. Erop vertrouwend dat mijn gids me heus niet in het – al dan niet echt aanwezige – water laat vallen, vervolg ik mijn weg. Die ineens schuin omhoog loopt. En weer naar beneden. Daarna gaat de heen-en-weer-beweging van mijn stok ineens lastiger: we lopen over het gras.

Na een paar stappen knal ik tegen een boom. Oeps. Ik ben duidelijk nog niet helemaal gewend aan mijn witte stok. Maar zelfs voor iemand die hem elke dag gebruikt, is niet elke botsing te voorkomen, weet Tatjana. Denk maar aan laaghangende takken, of een nieuw reclamebord op ooghoogte.

En zo zijn er meer dingen net wat lastiger wanneer je niet goed kunt zien. Je kliko buiten zetten en weer binnenhalen, bijvoorbeeld, nadat de vuilnisdienst hem heeft verplaatst. Onweer, omdat je harder schrikt van de donder wanneer je de voorafgaande bliksem niet kunt zien. En elektrische auto’s zijn misschien beter voor het milieu, maar je hoort ze bijna niet aankomen.

Als iemand je bijpraat, loop je achter. Het fijne van audiodescriptie of een tolk is dat je tegelijk met de rest van het publiek kunt lachen om een grap

Flikken Maastricht
We gaan verder. In de bioscoop luisteren we naar Flikken Maastricht met audiodescriptie. Wanneer de acteurs niet aan het woord zijn, beschrijft een stem wat er te zien is: ‘Iemand draait aan de slinger van een molen met bingoballen. Een blauwe bal met het nummer ‘2’ erop valt in een geultje. Een man pakt de bal en praat in een microfoon.’ Dan de stem van een acteur: ‘Nummertje twee.’ De audiodescriptie vervolgt: ‘In een eetzaal zitten senioren met bingokaarten voor zich. (…) Als de spelleider opnieuw de slinger vastpakt, komt er iemand in een elektrische rolstoel de zaal binnen. (…) Hij botst tegen de tafel met de bingospullen. Zijn overhemd zit onder het bloed.’

Voor veel televisieprogramma’s, maar ook voor theatervoorstellingen en musicals is dit soort audiodescriptie beschikbaar via een app. De descriptie voegt dankzij geluids- of lichtsignalen uit de aflevering of voorstelling automatisch op het juiste moment in. Ook zijn er voorstellingen waarbij een blindentolk de blinde en slechtziende bezoekers via hun koptelefoon live vertelt wat er op het toneel gebeurt. Dankzij deze diensten kun je als slechtziende of blinde bezoeker alles direct meebeleven. Tatjana: ‘Als iemand je bijpraat, loop je achter. Het fijne van audiodescriptie of een tolk is dat je tegelijk met de rest van het publiek kunt lachen om een grap. Je beleeft de emoties echt samen.’

Ook is de beleving van een show op die manier veel rijker, vertelt Tatjana. ‘Ik ben twee keer naar de Lion King geweest. Een keer met mijn tante, die best goed kan vertellen hoe het verhaal zich ontwikkelt. Maar de tweede keer, met blindentolk, merkte ik pas hoeveel er tijdens de voorstelling om je heen gebeurt. Apen die alle kanten op rennen, figuren die uit de zaal komen, andere dieren op het toneel die van alles doen… Dat heb ik de eerste keer allemaal gemist.’

Stok
Via opeenvolgende schuifdeuren bezoeken we een supermarkt, steken een straat over en eindigen dan met een drankje in de kroeg. Als we even later de expeditieruimte verlaten zet ik mijn stok terug in de bak. Tatjana, die tijdens de expeditie geen stok nodig had, klapt die van haar juist uit.

Het voelt even raar om weer in het licht te zijn, waar ik Tatjana nu voor het eerst kan zien maar zij mij nog steeds niet. Ik herinner mezelf eraan dat er in ons contact eigenlijk niets verandert. Zoals Tatjana het later verwoordt: ‘Benader mij als persoon, niet als ‘de blinde’. Ik lees boeken, heb een mening, ben grappig. Dát is waar het om gaat.’

De meeste mensen in de cultuursector werken vanuit een grote passie voor hun beroep. Het zijn vaak bijzondere beroepen. In onze rubriek Close Up zoeken we uit wat deze beroepen inhouden.

Tekst: Nienke Piena, Culturele vacatures
Foto’s: © Elske Nissen
Datum: 09/12/2024