Deze week een gastblog! Hard//hoofd interviewt voor de serie beeldbrekers mensen die het kunst- en cultuurveld openbreken en de spelregels veranderen. Vandaag aflevering drie: Marleen Hartjes, programmacoördinator bij het Van Abbemuseum, waar ze met ‘Onbeperkt Van Abbe’ programma’s organiseert voor mensen met een beperking.
Marleen Hartjes (1986) staat bij haar favoriete kunstwerk: Listening Figure van de Spaanse kunstenaar Juan Muñoz. Het is 2014. Om haar heen heeft zich een klein clubje blinde en slechtziende mensen verzameld. Ze neemt hen mee door het Van Abbemuseum – het museum voor moderne en hedendaagse kunst waar Hartjes dan al jaren als educator werkt, en waar ze kort daarvoor is begonnen met het organiseren van rondleidingen voor mensen met een beperking. De bezoekers mogen het standbeeld aanraken om te ontdekken wat het is. Een van de deelnemers begint te voelen. Ineens zegt ze: ‘Hé dat is raar. Volgens mij zit er iets in die ogen!’ Hartjes kijkt verbaasd op. ‘Er zitten een soort tralies in deze ogen,’ zegt de vrouw. ‘Het lijkt wel alsof deze persoon blind is. Hij zit opgesloten in z’n eigen lichaam. Hij kan nergens heen, heeft zelfs zijn handen op z’n rug. Misschien heeft hij ook geen toegang tot zijn tast. Hij kan alleen maar luisteren.’
Onze mond viel open van verbazing. Toen wisten we het zeker: dit is niet gewoon een interessant programma. Dit is goud. Hier kan iedereen iets van leren.
‘Nou, en ik stond daar dus met die andere rondleider, die dit al vijfentwintig jaar doet’, vertelt Hartjes vijf jaar later, gemberthee drinkend in haar favoriete koffietentje in Eindhoven. Een mengeling van verbazing en enthousiasme klinkt nog altijd door in haar stem. ‘Ik had die tralies nog nóóit gezien. We hadden die hele houding nooit zo geïnterpreteerd. Onze mond viel open van verbazing. Toen wisten we het zeker: dit is niet gewoon een interessant programma. Dit is goud. Hier kan iedereen iets van leren.’
Dat is ook wat er gaat gebeuren. In februari openen jullie het ‘multi-zintuiglijke museum’, een ruimte in het gebouw om te ontdekken hoe het museum eruit zou zien als het vanuit meerdere zintuigen wordt ingericht.
‘Musea zijn extreem visueel ingericht. Dat líjkt logisch, maar is het niet. Denk eens na: waarom mogen we kunstwerken niet meer aanraken? Waarom ruiken we nooit aan een schilderij? Waarom is er nooit muziek? Door samen te werken met blinde mensen, ben ik beter naar kunst gaan kijken. Je ervaring wordt zoveel gelaagder, zoveel rijker wanneer je andere zintuigen toevoegt. Met deze laboratoriumruimte gaan we dat verder onderzoeken. Het maakt het museum ook inclusiever: niet iedereen heeft het lichaam waarop musea ingericht zijn.’
Het Van Abbe heeft onder de noemer ‘Special Guests’ nu allerlei programma’s voor mensen met een beperking. Waar is dat begonnen?
‘In 2013 maakten we samen met het Stedelijk het ‘Onvergetelijk’-programma, waarbij mensen met alzheimer en dementie samen met hun dierbaren rondleidingen konden volgen. Toen pas merkten we: hé, dit museum is voor een heleboel mensen niet toegankelijk. Ga maar na: de gemiddelde museumbezoeker is vrouw, wit, zestigplus, hetero, hoogopgeleid en able-bodied. Zoveel mensen vallen daarbuiten. Ze weten echt wel waar de voordeur van het museum is, maar voelen zich gewoon niet gerepresenteerd. Of ze kunnen letterlijk niet deelnemen aan de rondleidingen.
Door alleen zo’n programma te maken, kregen we ineens allerlei aanvragen van andere doelgroepen. Of zij niet óók een rondleiding door het museum konden krijgen. Dus dat hebben we geregeld. Inmiddels organiseren we rondleidingen voor blinde en voor dove mensen, maar ook voor mensen met afasie (een taalverwerkingsstoornis, red.), het syndroom van Down, alzheimer en dementie, of meervoudige handicaps. En mensen met autisme, niet-aangeboren hersenletsel en burn-outs kunnen daarnaast terecht voor een prikkelarm museumbezoek.’
Wat willen jullie daarmee bereiken?
‘Het doel is niet om alleen maar méér rondleidingen voor méér hokjes te maken. Uiteindelijk willen we die vooral in het normale museumbezoek opnemen. En onszelf afvragen: voor wie is dit museum eigenlijk? Het doel is natuurlijk om het hele museum inclusief te maken, ook de organisatie. Maar dat bereik je niet zonder eerst toegankelijk te zijn. Je moet de verschillende perspectieven letterlijk binnenhalen.’
Sommige mensen denken misschien: wat heeft een blinde in een museum te zoeken? Kan die niet beter naar een goed concert?
‘Ik heb lange tijd samengewerkt met kunstenaar George Kabel, die sinds zijn dertigste blind is. Hij vertelde mij: als blinde museumbezoeker ben ik net zo goed op zoek naar een esthetische ervaring. Ik wil nog steeds de wereld van die kunstenaar ontdekken en ervaren hoe het kunstwerk in de ruimte is. Dat is echt iets anders dan muziek – en dat ga je al helemaal niet bereiken door naar een beschrijving van een schilderij te luisteren.’
Hoe dan wel?
‘Door bezoekers de beelden aan te laten raken, bijvoorbeeld. Schilderijen en foto’s kunnen we met een speciale printer omzetten in voelreliëfs. Kleine, fragiele beeldjes maken we na met een 3D-printer. Sommige kunstwerken zijn geïnspireerd op een bepaald muziekstuk, of komen uit een bepaalde periode. Dan werken we samen met musici en een geurhistorica om die werken te vertalen naar muziek of geur. Het voordeel is natuurlijk dat we met veel hedendaagse kunstenaars samenwerken. Die kun je gewoon vragen: mogen mensen dit aanraken, of heb je anders nog een proefbeeldje liggen?’
Diversiteit lijkt momenteel een modieus onderwerp in de kustwereld. Hoe kijk jij naar dit debat?
‘Feitelijk gezien is het diversiteitsdebat natuurlijk niet nieuw, maar ik hoop dat de kunstwereld nu echt inclusiever gaat worden. Steeds meer mensen worden zich bewust van de privileges die ze hebben, en trekken zich het het lot van verschillende groepen aan. Het is nu niet alleen maar ‘zwarte mensen voor zwarte mensen’, of ‘queer voor queer’ – mensen worden langzamerhand bondgenoten van elkaar om samen een inclusieve samenleving mogelijk te maken.
Inclusie is juist een kans om buiten die hokjes te kijken en relevant te worden voor alle Nederlanders.
Tegelijkertijd vind ik het debat behoorlijk beperkt. Het gaat vrijwel alleen over culturele diversiteit. Natúúrlijk moeten we daar over praten, maar echte inclusie bereik je niet door één zwarte medewerker aan te nemen. Inclusie is juist een kans om buiten die hokjes te kijken en relevant te worden voor alle Nederlanders. We wonen nou eenmaal in een land waar vier miljoen Nederlanders een cultureel diverse achtergrond hebben, en 3,6 miljoen mensen met een beperking leven. Dat zijn enorme groepen mensen die zich op dit moment om allerlei verschillende redenen nog niet welkom voelen in het museum, en waar wij dus als culturele sector een verantwoordelijkheid voor hebben.
We moeten die drempels wegnemen. Op praktisch niveau – door bijvoorbeeld vitrines op de juiste hoogte te plaatsen en ruimtes rolstoeltoegankelijk te maken – maar ook op het gebied van collectie, organisatie en promotie. Als je de kans hebt om een vernieuwende tentoonstelling te maken of iemand aan te nemen met een andere huidskleur, genderidentiteit of mogelijkheid, doe dat dan. Zie het als een kans om jouw club te verrijken.’
Je geeft ook advies aan andere musea die inclusiever willen worden, zoals Museum Boijmans van Beuningen en Museum Beelden aan Zee. Wat zeg je tegen hen?
‘Begin gewoon ergens. Met een project. Wij wisten ook niet dat we hier zouden eindigen toen we startten. Maar als je eenmaal in die ‘inclusietrein’ zit, dan wordt alles makkelijker. Dan raken je rondleiders er steeds meer aan gewend om zich aan te passen aan verschillende doelgroepen, dan is het minder moeilijk om een keer samen te werken met gastcurators die een andere visie, achtergrond of mogelijkheid vertegenwoordigen. Dan trek je ook steeds meer verschillende soorten mensen aan.
En eigenlijk het belangrijkste punt: ga niet verzinnen wat werkt zonder het publiek er zelf bij te betrekken. Ga geen tentoonstelling over moskeeën maken zonder moslims in je team te vragen. Hoe gaat die gevleugelde uitspraak ook alweer? Nothing about us without us. Nou, dat dus.’
Wat bedoel je daarmee?
‘Toen we met Special Guests begonnen, hadden we best een mooi plan geschreven. Voor blinde mensen, voor dove mensen, noem maar op. Maar binnen een maand konden we alles in de prullenbak kieperen, want door samen te werken met de mensen om wie het gaat, zagen we hoe ontzettend anders hun dagelijkse werkelijkheid is. Wij proberen ons als able-bodied medewerkers voor te stellen hoe het is om blind te zijn. Maar dat werkt helemaal niet. Een van de dingen die bijvoorbeeld in het projectplan stond, was dat braille een oplossing zou zijn voor alle teksten in de zaal. Maar probeer je eens voor te stellen: hoe vindt iemand die braille op de muur? Ze hebben geen track and trace in hun vingertoppen of zo.’
Ze grijnst. ‘Voor nu dan. Vorige week hebben we geld toegezegd gekregen om een indoor navigatiesysteem voor blinde mensen te ontwikkelen. Misschien komt die track en trace er dan toch.’