Inclusiviteit: meer dan een helling bij de ingang of een aangepast toilet

© Tanja Verkaik

De eigen ervaring met een beperking opent Saartje Oldenburg de ogen: de cultuursector is nog lang niet inclusief genoeg. Nu zet ze zich met HNTonbeperkt in voor het toegankelijker maken van het theater. Saartje: “Zeg niet alleen ‘iedereen is welkom’. Vertel wat je hebt, dan kunnen mensen zelf de keuze maken of ze wel of niet kunnen komen.”

“Ik vond inclusiviteit altijd maar een beetje ‘gedoe’”, erkent Saartje Oldenburg (42), programmamaker voor HNTonbeperkt van Het Nationale Theater. “Je staat er niet bij stil wat een beperking allemaal inhoudt.” Nu ze zelf een beperking heeft als gevolg van een hersenbeschadiging probeert Saartje vanuit tweeledig perspectief de situatie in de theaterwereld te verbeteren. Enerzijds door te kijken wat bezoekers met een beperking nodig hebben, anderzijds door te onderzoeken hoe theaters hierop in kunnen spelen.

“Het Nationale Theater is er in de eerste plaats voor het publiek,” vertelt Saartje. “In onze Haagse theaters en in theaters in het hele land vertellen wij toneelverhalen die urgent zijn voor Nederlanders van nu en vormen wij een platform voor het nationale gesprek. Wij faciliteren de ontmoeting en brengen mensen bij elkaar. De ontmoeting tussen verschillende gezichtspunten, achtergronden en ervaringen leidt tot nieuwe inzichten, creativiteit en een betere samenwerking.” Inclusiviteit is daarbij meer dan een helling bij de ingang of een aangepast toilet (het woord ‘invalidentoilet’ is vervangen naar aanleiding van een toegankelijkheidonderzoek van De Zonnebloem, legt Saartje uit). Saartje: “We hebben het over inclusiviteit wanneer álle mensen het gevoel hebben dat ze erbij horen, herkenning vinden en gewaardeerd worden om hun unieke kwaliteiten. Iedereen is welkom en moet zich ook welkom voelen.”

Paradigmaverschuiving
Saartje pleit ervoor beperkingen zichtbaarder en daarmee meer geaccepteerd te maken door er voorstellingen over te maken en mensen met een beperking in de cast, crew en het voorhuis- en horeca-personeel op te nemen. “Acteurs en regisseurs moeten bijvoorbeeld gewend raken aan het feit dat er een gebarentolk op het podium staat,” stelt ze. “We zitten op het snijvlak van een paradigmaverschuiving die mede gevoed wordt door het bewustzijn dat met ‘Black lives matter’ wordt ontwikkeld. We moeten een verschuiving bewerkstelligen, maar niet alleen naar buiten toe. Ook intern moeten we draagvlak creëren.” Om meer bewustzijn te creëren voor de ervaringen van mensen met een beperking vinden er trainingen plaats van De Zonnebloem, Bartiméus en Stichting Onbeperkt Genieten. Hierbij kan theaterpersoneel zelf ervaren hoe het is om beperkt of extreem prikkelgevoelig te zijn door de inzet van bijvoorbeeld blinddoeken, geluidsdichte koptelefoons en verzwaringspakken.

Saartje verbaast zich erover hoe onlogisch er soms in de cultuursector met beperkingen wordt omgegaan. “Het is bijvoorbeeld in de filmwereld gangbaar om voor rollen van mensen met een beperking een acteur zonder beperking te kiezen, die dan vervolgens een Oscar krijgt voor de bijzondere prestatie. Je kunt er ook voor kiezen om een acteur met een beperking te vragen.” Ze denkt echter niet dat het mogelijk is om alle voorstellingen voor iedereen toegankelijk te maken. Dat zou vereisen dat elke voorstelling beschikt over een gebarentolk, schrijftolk, blindentolk, rolstoelplaatsen, een prikkelarme ruimte én begeleiders: onbetaalbaar. Maar, legt Saartje uit: “Idealiter zorg je ervoor dat je zoveel mogelijk terugkerend aanbod toegankelijk maakt.” Zo wordt er al gebruik gemaakt van toegankelijkheidsmiddelen als gebarentolken, schrijftolken, audiodescriptie en stilteruimtes.

Tintelende ledematen
Sinds de afronding van haar opleiding tot theaterdocent in 2001 en een master in kunsteducatie is Saartje werkzaam bij culturele instellingen. Ze werkt in die jaren voor Theaterschool Rabarber, Stella Den Haag, het Shoot Me Film Festival en Theater aan het Spui, waar ze kinderen, jongeren en volwassenen op prikkelende manieren in contact brengt met cultuur.

In haar zesde jaar als hoofd educatie bij Theater aan het Spui wordt Saartje ziek. Op een gewone zondagavond voelt ze plotseling tintelingen in haar rechterarm en -been. De alarmbellen gaan af. Na een bezoek aan de huisarts wordt ze direct doorgestuurd naar het ziekenhuis, waar haar situatie snel achteruit blijft gaan. Op woensdag is ze halfzijdig verlamd en niet meer in staat om te praten. De steeds wisselende groepjes specialisten aan haar bed blijken echter niet te kunnen achterhalen wat de exacte oorzaak is van haar groeiende hersenbeschadiging. Pas na drie maanden komt de definitieve diagnose: Saartje lijdt aan een zeldzame vorm van MS.

Wat volgt: een jaar intensieve revalidatie, de eerste vier maanden intern. De focus ligt op het terugwinnen van haar spraakvermogen en het weer in beweging krijgen van haar verlamde been en arm. Het is een zwaar proces, maar Saartjes inspanningen werpen wonderbaarlijke vruchten af. Nu, vijf jaar later, merkt een buitenstaander niet veel van de opgelopen hersenschade. Die ziet in Saartje een montere, levendige vrouw die met passie in haar ogen in heldere volzinnen over haar werk vertelt. Voor Saartje zelf voelt dat anders, benadrukt ze. “Ik moet extreem zorgvuldig met mijn energie omgaan en kan maar een aantal uur per week werken. Ook heb ik door een halfzijdige verlamming een beperking opgelopen waardoor ik niet meer kan rennen en niet goed kan lopen. Een lange wandeling door de natuur zit er voor mij dus niet meer in. Daarnaast kan ik mijn rechterarm niet goed meer aansturen. Ik kan bijvoorbeeld niet meer schrijven met rechts, terwijl ik rechtshandig ben. Ik heb enorm veel geluk gehad dat een aantal functies terug is gekomen, maar de echte schade blijft voor het grootste deel onzichtbaar.”

Theorie versus praktijk
“Ik heb keuzes moeten maken: wat wil en kan ik nog wel en wat niet? Je wordt ineens met zoveel beperkingen geconfronteerd. Er zijn steeds weer nieuwe kleine dingen die ik niet meer kan. Dat frustreert enorm.” Tijdens haar revalidatieperiode ontmoet ze veel mensen die graag naar culturele instellingen gaan, maar dat nauwelijks doen omdat het voor hen bijna onmogelijk is alle prikkels en obstakels te bolwerken.

Zelf vindt Saartje het ook moeilijk opnieuw haar geliefde theater binnen te stappen. Allereerst is er de mentale drempel, ook omdat ze het eerste jaar na haar revalidatie in een rolstoel zit. Daarnaast zijn er tal van praktische obstakels. Naar de wc gaan bijvoorbeeld, blijkt zelfs met een aangepast toilet nog niet zo simpel als ze vroeger dacht. Een smalle gang belemmert het draaien met haar rolstoel, een loshangende beugel is een extra struikelblok. Zo’n toilet blijkt bovendien meer dan eens te dienen als opslagplaats.

Decorstukken voelen
De beperkingen die ze om zich heen tegenkomt, inspireren Saartje wanneer ze na haar revalidatie weer begint bij HNT (HNT is ontstaan uit de fusie van Koninklijke Schouwburg, Het Nationale Toneel en Theater aan het Spui, red.). Haar oude baan als educatiemedewerker zal ze nooit meer op hetzelfde niveau kunnen uitvoeren, maar ideeën voor een nieuwe functie heeft ze wél: ze gaat zich inzetten om de theaterwereld toegankelijker te maken.

“Wij hebben ons ten eerste gericht op de bewustwording en zichtbaarheid van HNTonbeperkt binnen en buiten het theater,” vertelt Saartje. “Zo is dit project echt onderdeel van het DNA van Het Nationale Theater geworden.” Vanwege haar beperkte energieniveau wordt HNTonbeperkt aangestuurd door projectleider Willemijn Haasken. Er zijn al mooie initiatieven gestart. Saartje: “We werken samen met onder andere Komt het zien! en Stichting Onbeperkt Genieten aan het toegankelijker maken van onze voorstellingen, bijvoorbeeld door ze van audiodescriptie te voorzien. In eerste instantie richten we ons op mensen met visuele en auditieve beperkingen, en mensen met een hoge prikkelgevoeligheid.” Ook vinden er ‘meet en feel‘-sessies plaats waarbij blinde bezoekers acteurs voorafgaand aan de voorstelling kunnen ontmoeten en decorstukken kunnen voelen. “De visuele elementen op het toneel worden dan beschreven door een blindentolk,” legt Saartje uit. “Dat draagt veel bij aan de totaalbeleving van een theaterstuk.”

Duidelijke communicatie is essentieel voor inclusiviteit, meent Saartje. “Zeg niet alleen ‘iedereen is welkom’. Vertel wat je hebt, dan kunnen mensen zelf de keuze maken of ze wel of niet kunnen komen. Zeg bijvoorbeeld: ‘Wij zijn rolstoeltoegankelijk, we hebben een aangepast toilet en om op die etage te komen, moet je dit doen. De garderobe is zo ver van de zaal af’.” Zelf raakte ik in paniek als ik niet wist hoe lang iets zou duren, een herkenbaar fenomeen voor mensen met hersenletsel en autisme. Duidelijkheid helpt hen te anticiperen op wat ze kunnen verwachten.”

Olievlek
Extra toegankelijkheidsmiddelen kosten geld. Gelukkig heeft HNTonbeperkt een aantal sterke samenwerkingspartners achter zich gekregen, vertelt Saartje. “Naast subsidiëring vanuit gemeente Den Haag is er dit jaar door HandicapNL, Bartiméus Fonds en het Gehandicapte Kind subsidie en kennis beschikbaar gesteld. Dit is een hele mooie samenwerking en daardoor zijn er nu ook toegankelijke familievoorstellingen en nieuwe projecten voor jongeren en kinderen met een handicap – een groep waar weinig aanbod voor is.” Ook is er een voorstelling voor blinde en slechtziende ouders én hun kinderen die normaal gesproken nooit samen een voorstelling kunnen beleven. “Mede dankzij de inspanningen van HNTonbeperkt zie je nu een olievlek ontstaan die zich steeds verder over het land verspreidt,” stelt Saartje trots. Ook de website en het kaartverkoopsysteem van HNT worden op basis van advies van Stichting Accessibility onder handen genomen om ze beter bereikbaar te maken voor mensen met een beperking. Saartje: “Zodra we daar voor onszelf meer duidelijkheid over hebben, kunnen we die inzichten ook weer doorzetten naar andere theaters.”

Saartje hoopt dat er binnen afzienbare tijd meer mensen met een beperking werkzaam zijn in het theater. Ook zou ze graag zien dat de toegankelijkheidsmiddelen dan vaker artistiek opgenomen worden in de theaterproductie. “Er wordt dit seizoen onderzocht of de gebarentolk vanaf het begin van het repetitieproces een rol kan krijgen. Ook zijn we de voorstelling Every Brilliant Thing toegankelijk aan het maken met onze eigen blindentolk en audiodescriptieset,” zegt ze trots. Meer kennis van en begrip voor de diversiteit van mensen met een beperking is ook zeer welkom. Saartje: “Ik hoop dat mensen minder aannames zullen doen en dat de stigma’s eraf gaan. Theaters zijn publieke ruimtes, gefinancierd met publiek geld. Ze zouden daarom ook een weerspiegeling moeten zijn van het gehele publiek, zodat iedereen zich er welkom voelt en herkenning vindt.”

Interview: Angelique Desiree, Tekst: Nienke Piena, Culturele vacatures
Datum: 16/12/2020