‘Hello World’: hoe musea de nieuwste technieken inzetten om museumbezoek te verrijken

Augmented Reality Experience met een Microsoft HoloLens bij het schilderij Saul en David van Rembrandt in het Mauritshuis. Beeld: Mauritshuis.

De toekomst is nu! Techniek speelt een grote rol in ons leven en de veranderingen gaan razendsnel. Musea omarmen de nieuwste technieken om kunst tot leven te brengen en zien kansen voor verdieping en verrijking van het museumbezoek. Welke toepassingen worden ingezet en wat zijn de kansen en aandachtspunten? En… zullen de robots ons werk overnemen?

Onderzoeks- en adviesbureau Gartner noemt ‘immersive technologies’ één van de belangrijkste trends op technologiegebied. Dit soort technologieën voegen een digitale laag toe aan de werkelijkheid, denk dan met name aan Virtual Reality (VR), Augmented Reality (AR) en Mixed Reality (MR). Juist musea experimenteren met deze middelen, omdat ze aansluiten bij datgene wat musea goed kunnen: verhalen vertellen.

Nieuwe technologieën maken nieuwsgierig. Het is leuk en spannend om ermee aan de slag te gaan, maar een valkuil is dat een toepassing alleen maar als ‘gimmick’ wordt gebruikt. Hoe vaak wordt er niet in organisaties geroepen: ‘Wij moeten ook een app’? Het is belangrijk om na te denken wat de digitale middelen toevoegen voor bezoekers en gebruikers. Musea hebben jarenlange ervaring met publieksbegeleiding en hebben juist veel kennis in huis over hoe digitale toepassingen interactieve verdieping bij objecten kunnen bieden en op die manier meer worden dan een speeltje. Die toepassingen bieden de mogelijkheid om dingen te laten zien die je anders niet kan zien en laten bezoekers met een andere blik kijken naar de werkelijkheid.

Daarnaast zijn de technologieën steeds goedkoper en eenvoudiger te ontwikkelen. Zowel Google, Microsoft als Apple bieden kant-en-klare software voor AR en VR en veel ontwerpbureaus die voor musea werken kunnen hier prima mee uit de voeten.

BYOD
De meest mensen hebben geen Virtual Reality bril in huis, maar bijna iedereen heeft een smartphone. De app Pokemon Go is bijvoorbeeld een vorm van Augmented Reality, die meer dan 11 miljoen keer werd gedownload. Dat laat zien dat zo’n toepassing laagdrempelig en gebruiksvriendelijk kan zijn.

Image recognition met de app van Museum De Lakenhal, foto: Mark Kuipers

Veel musea kiezen er dan ook voor om een app te maken die verdieping geeft aan je bezoek. Het voordeel is bovendien dat mensen hun eigen apparaat meenemen (Bring Your Own Device, oftewel BYOD) en dat ze vertrouwd zijn met hun eigen apparaat, wat bijdraagt aan laagdrempelig gebruik.

Zelf ontwikkelde ik afgelopen jaar samen met ontwerpbureau Fabrique een app voor en samen met Museum De Lakenhal in Leiden. Deze app ontsluit de collectie van het museum via beeldherkenning. Door je smartphone op een schilderij te richten ‘scant’ de app het kunstwerk en start er een audioverhaal. Alle schilderijen die in het museum te zien zijn, zijn te scannen met deze app. Door de informatie als audio aan te bieden, bevordert de app dat mensen echt goed gaan kijken naar het kunstwerk. Zo komt de techniek tussen de bezoeker en de kunst te staan, maar verrijkt het juist het museumbezoek.

Bij het ontwikkelen van deze technieken is er een aantal factoren om rekening mee te houden. Wanneer bezoekers een app op hun eigen telefoon downloaden heb je als museum al snel te maken met privacywetgeving. Je mag natuurlijk niet zomaar persoonlijke gegevens van je gebruikers verzamelen. Het is daarom belangrijk om de techniek zo te ontwikkelen dat die data niet worden verzameld, of als je dat wel doet, dat het duidelijk is met welk doel het wordt verzameld en dat gebruikers er toestemming voor geven.

VR/AR/MR
Naast aanbod gebaseerd op BYOD bieden musea ook apparaten die consumenten juist nog niet zoveel gebruiken. Bij het Mauritshuis maken ze bijvoorbeeld gebruik van de HoloLens van Microsoft. Dit is een AR-bril waarmee je de wekelijkheid blijft zien, maar er een digitale laag overheen wordt gelegd. Bij het schilderij ‘Saul en David’ van Rembrandt ontwikkelde Ivo Hoekstra, digital media producer bij het Mauritshuis, een experience op de HoloLens. Als kijker zie je daarmee bijvoorbeeld de onderlagen van het schilderij en wordt er meer verteld over de verschillende stukken doek waaruit het schilderij is samengesteld.

Hoekstra vindt het medium heel goed passen als verdieping bij een schilderij en het werd enthousiast ontvangen door het publiek. In de toekomst ziet hij nog veel meer mogelijkheden voor dit medium: ‘Je zou bijvoorbeeld een rondleiding met een digitale gids door het museum kunnen maken, omdat je ook de werkelijkheid ziet door de bril, kun je gewoon veilig door de zalen lopen. Zo zou je een tour met veel meer verdieping bij de schilderijen kunnen maken, omdat je dingen kan laten zien die je zonder de lens niet kan zien.’ Voor nu wordt de HoloLens experience ingezet tijdens Museumnacht en andere speciale evenementen.

Nils Mengedoht is Design Lead bij Fabrique. Hij denkt dat AR- en VR-apparaten wijder verspreid zullen raken: ‘Facebook is bezig met een bril die je straks de hele dag zou kunnen gebruiken. Je kiest zelf of je de realiteit wil zien, een beetje AR of volledige VR’. Eén van de dingen die je vaak ziet wanneer musea iets in VR aanbieden, is dat er lange rijen ontstaan en dat mensen geholpen moeten worden bij het gebruik. Maar VR-brillen worden steeds gebruiksvriendelijker, ziet Mengedoht: ‘Bij de VR-days zag ik een bril die heel makkelijk is in het gebruik. ,Zoiets lost veel problemen op en er zijn geen medewerkers meer nodig die bezoekers moeten helpen. Zo kun je VR makkelijker integreren in bijvoorbeeld een tentoonstelling en op verschillende plekken inzetten. Bovendien is het technisch onderhoud ook makkelijker, omdat dit apparaat automatisch oplaadt en update. ‘

Voor musea is technisch onderhoud inderdaad een belangrijk aandachtspunt. Na oplevering van een app of VR-beleving moet de techniek worden bijgehouden. Er komen bijvoorbeeld updates van besturingssystemen en dankzij feedback van bezoekers ontdek je wat nog beter kan. Een valkuil is om geen tijd of budget in te ruimen voor deze nazorg, terwijl dat wel heel belangrijk is.

Ook de overheid stimuleert het gebruik van nieuwe technieken in de cultuursector. Zo financierde de ministeries van OCW en ECK via het topconsortium ClickNL projecten die gebruikmaken van VR, AR of MR in de cultuursector. De resultaten van dit traject werden onlangs gepresenteerd. Zo ontwikkelde het Stadsarchief in Amsterdam een AR-beleving bij de tentoonstelling ‘Rembrandt privé’. Met behulp van een iPad konden bezoekers de historische documenten verrijken met beeld en geluid. Omdat de zeventiende-eeuwse archiefstukken moeilijk te lezen zijn, werd AR hier ingezet om de objecten toegankelijker en levendiger te maken.

Een ander project dat via ClickNL werd gefinancierd is een VR-toepassing bij de tentoonstelling ‘De straat op’ over 100 jaar vrouwenkiesrecht in de OBA (Openbare Bibliotheek Amsterdam) In de tentoonstelling staan toeristenkijkers. Als je hier doorheen kijkt zie je geen modern uitzicht, maar kijk je terug in het verleden naar kiesrechtdemonstraties van vroeger.

Toegankelijkheid
Digitale middelen bieden ook de mogelijkheid om publiek te bereiken dat niet naar het museum komt. Enerzijds gaat het dan gaan om mensen die fysiek niet kunnen komen, omdat ze bijvoorbeeld ziek of oud zijn. Anderzijds kun je met digitale technologieën ook mensen bereiken die te ver weg wonen om zomaar langs te komen. Veel musea delen hun content via sociale media en hebben de collectie online ontsloten. De hele wereld wordt zo je publiek en digitale bezoeken worden steeds vaker onderdeel van beleidsplannen in musea. Nog verder gaat ‘The Kremer Collection’, een privéverzameling. De schilderijen worden regelmatig uitgeleend aan musea, maar de eigenaren delen hun collectie ook via een website. Veel schilderijen in privébezit zijn nooit te zien, The Kremer Collection gebruikt juist digitale middelen om de collectie toegankelijk te houden.

Het Louvre presenteert deze herfst zelfs de Mona Lisa in VR bij hun tentoonstelling over Leonardo da Vinci. Volgens de conservatoren kon Leonardo’s beroemdste kunstwerk niet in de tentoonstelling worden getoond, ook al is het in het bezit van het Louvre zelf. De tentoonstelling zou niet meer toegankelijk zijn door de drukte, omdat zoveel bezoekers specifiek naar dit kunstwerk komen kijken. Via een VR-beleving genaamd ‘Mona Lisa: Beyond the Glass’ krijgen bezoekers uitleg over het kunstwerk en kunnen ze het van dichtbij bekijken, terwijl het origineel elders in het museum op zijn vaste plek te zien blijft in een zaal die is ingericht op de drukte.

Sciencefiction?
En ten slotte nog de grote angst waarop in menig sciencefictionfilm wordt ingespeeld: nemen robots de wereld over? Misschien hebben we in de toekomst helemaal geen kunstenaars of curatoren meer nodig. In Oxford vond afgelopen zomer de eerste solotentoonstelling plaats van een robot. De kunst werd gemaakt door een computer genaamd Ai-da, voorzien van artificiële intelligentie, een robotarm en een camera.

Zo ver is het nog niet. Wanneer het goed wordt ingezet, leveren nieuwe technieken fantastische kansen voor verrijking, verdieping en het toegankelijk maken van collecties. Wanneer musea kunstwerken of historische voorwerpen combineren met de nieuwste technieken, wordt het pas echt spannend!

Tekst: Sophie Heijkoop, Culturele vacatures
Datum: 05/12/2019