Voldoening. Dat is wat Jacqueline Bal (51), sinds september 2018 Senior Fondsenwerver en Relatiebeheerder bij Kunstmuseum Den Haag voelt wanneer het museum dankzij haar inzet een kunstobject kan aanschaffen, een tentoonstelling kan realiseren of een educatief programma kan aanbieden. Zo kunnen via de kunst weer de verhalen verteld worden die het waard zijn om gehoord te worden. “Kunstenaars lopen in hun denken altijd voorop. Ze vangen de tijdsgeest en laten je hersens kraken. Dat is een groot goed in onze samenleving.”
Een tentoonstelling staat er niet zomaar. “Het ontstaat met een idee, en dat idee wordt een concept,” legt Jacqueline uit. Daarbij worden kunstwerken gezocht, uit het eigen depot en via bruiklenen. “Dan begint het ‘spel’ met de andere musea,” zegt Jacqueline enthousiast. “Wat mogen wij lenen, kunnen we een uitruil bedenken en hoe dekken we de kosten?” Hierna gaat het verder via het zoeken naar geschikte tentoonstellingsruimtes, passende displays en verlichting, naar uiteindelijk de marketing, PR enzovoorts, somt ze geroutineerd op. In 2018 wist Jacqueline dit alles echter nog niet. Een lezing bij tentoonstelling Art-Deco in Kunstmuseum Den Haag opende haar ogen voor het teamwork áchter de tentoonstelling. Bij Jacqueline, die na ruim 21 in de ontwikkelingssamenwerking toe was aan een verandering, sprong de vonk over. “Ik dacht: je zou toch hier mogen werken! Die hele wereld, die ik niet kende – daar wilde ik bij horen!”
Verhalen vertellen
Het liefst was Jacqueline edelsmid geworden. Stapels specialistische boeken heeft ze thuis, ‘pareltjes’ waar niemand anders aan mag komen. Jacqueline: “Ik vind het heerlijk om daarin weg te zwijmelen en te kijken naar de symboliek achter sieraden.” Jacqueline’s moeder zag een kunstzinnige carrière niet zitten, dus koos Jacqueline voor de opleiding Vormgeving en Communicatie aan de Ichthus Hogeschool. Dankzij het vak sociologie daar werd Jacqueline’s interesse gewekt in een vervolgstudie. Ze stroomde na haar afstuderen in 1992 door naar Cultuurorganisatie en -management aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, waar ze zich richtte op sociale wetenschappen van niet-westerse samenlevingen. Vervolgens rolde ze het ontwikkelingswerk in. Ze werkte een paar maanden als communicatiemedewerker bij Plan Nederland en ruim twee jaar als fondsenwerver bij Memisa, dat later opging in Cordaid. Bij Cordaid maakte Jacqueline daarna carrière als fondsmanager en brandmanager, en verzorgde ze de fondsenwerving op de zakelijke en institutionele markt.
Haar carrière kent één gemene deler, stelt Jacqueline: verhalen vertellen. Vroeger de verhalen van de mensen die ze bezocht voor verschillende goede doelen, nu de verhalen van de kunst. Jacqueline: “Elke tentoonstelling is een verhaal. Je hebt [in de museumwereld] altijd iets nieuws te vertellen: een net iets ander perspectief, nieuw werk of nieuwe denkbeelden. Dat is heel gaaf.” Ze is nog net zo gedreven als ze was in haar werk voor Cordaid. “Ontwikkelingswerk is urgenter, daar heb je kwesties van leven en dood,” verduidelijkt Jacqueline. “Maar een kind kunst laten begrijpen, is óók van belang.”
Een uitgesproken doel van Kunstmuseum Den Haag dat daarbij aansluit, is om laagdrempelig toegankelijk te zijn voor mensen die normaal gesproken niet snel een museum binnenstappen. Zo worden er jaarlijks speciale ‘stadsdeelavonden’ georganiseerd binnen het project Stad naar het Museum. Die maatschappelijke betrokkenheid maakt het museum voor Jacqueline tot een extra aantrekkelijke werkplek. Jacqueline: “Je krijgt door kunst toegang tot andere denkbeelden, de mogelijkheid om dingen anders te beschouwen en je mening te vormen. Kunstenaars lopen in hun denken altijd voorop. Ze vangen de tijdsgeest en laten je hersens kraken. Dat is een groot goed in onze samenleving.”
“Ontwikkelingswerk is urgenter, daar heb je kwesties van leven en dood. Maar een kind kunst laten begrijpen, is óók van belang.”
Verbanden leggen
Fondsenwerving en relatiebeheer vragen creativiteit en het vermogen verbanden te leggen, maar ook inlevingsvermogen, vertelt Jacqueline. “Je moet het concept achter een tentoonstelling kunnen begrijpen én de vertaalslag kunnen maken naar potentiële partners. Daarnaast moet je ook op de hoogte zijn van wat er in de samenleving gebeurt.” Wanneer er een nieuw tentoonstellingsconcept wordt gepresenteerd, bedenkt ze welke ‘partners’ (bedrijven of instellingen die als sponsor kunnen optreden of fondsen waar een aanvraag voor financiering kan worden gedaan, red.) er passen bij de kernwaarden daarvan. Bij de tentoonstelling Borealis in Fotomuseum Den Haag (dat deel uitmaakt van Kunstmuseum Den Haag, red.), met foto’s van Jeroen Toirkens en verhalen van Jelle Brandt Corstius, dacht ze bijvoorbeeld direct aan de ASN Bank. Borealis verhaalt over de Taiga (het grootste bosgebied op aarde dat zich uitstrekt over Scandinavië, Canada, Rusland en Mongolië, red.) en de invloed van de klimaatverandering op de mensen die er leven. Een thema dat ‘naadloos past bij ASN’, stelt Jacqueline, als bank die zich inzet voor natuurbehoud. Maar: er zal nooit een tentoonstelling worden gemaakt met de fondsenwerving in het achterhoofd. Jacqueline: “De inhoud van een tentoonstelling wordt bepaald door de directie, de conservatoren, het hoofd collecties en het hoofd tentoonstellingen. Zij bepalen de koers. Inhoud gaat voor; wij volgen.”
Creatieve oplossingen
Jacqueline’s werk is gebaat bij een duidelijke planning, zodat er tijd is om na te denken over mogelijke partners en rekening gehouden kan worden met de doorlooptijd van de fondsen. Maar in coronatijd is die luxe er niet. De complete tentoonstellingsagenda werd dit seizoen omgegooid. Zelfs de bruiklenen kwamen door de reisbeperkingen in het gedrang. Jacqueline: “Een aantal van onze Mondriaans zat ineens ergens in de wereld vast.” Het betekende dat bepaalde publiekstrekkers niet door konden gaan. Voor de tentoonstelling van Dior waren er al fondsen en bedrijven aangetrokken. Gelukkig toonden die begrip voor de veranderde situatie. Relatiebeheer is nu extra belangrijk, weet Jacqueline. “Onze partners zijn loyaal aan ons, maar wij zijn dat ook aan hen. Je zoekt samen met de partner naar een oplossing: hoe kunnen we deze tentoonstelling zo zichtbaar mogelijk maken? Je wilt toch samen een boodschap uitdragen.”
Partners komen soms ook zelf met ideeën, vertelt ze. Zo bedachten Vereniging Rembrandt en de Turing Foundation – los van elkaar vaker partners van het museum – samen de actie ‘De kracht van de vaste collectie’ om zo de kunstmusea te ondersteunen. Jacqueline: “Daarmee dagen ze de sector uit naar de eigen collectie te kijken. Te kijken of er andere iconen in de collectie zitten die we nog nooit hebben gezien, of die we misschien op een ándere manier kunnen zien. We hebben zo een mooie mini-tentoonstelling gemaakt over Paula Modersohn-Becker. Corona heeft in die zin ook goede dingen voortgebracht.”
Kunstwerk nummer 1
Maar het is geen makkelijk jaar geweest, met de beperkte bezoekersaantallen en daarbovenop de lockdowns. “We missen het museum,” zegt Jacqueline, “En financieel gezien krijgt het ook een klap.” Bovendien hebben de bedrijven waar het museum normaal gesproken zou aankloppen voor sponsoring nu zelf ook weinig draagkracht. Ze put hoop uit de nieuwe fondsen die opstaan, zoals het Kickstart Cultuurfonds. Dit fonds is opgericht om culturele instellingen te ondersteunen bij het aanpassen van hun activiteiten als gevolg van de coronamaatregelen, bijvoorbeeld bij het inrichten van een anderhalvemeter-tentoonstelling. Jacqueline’s aanvraag voor een educatieproject voor Kunstmuseum Den Haag werd gehonoreerd. Het proces van aanvraag tot uitkering duurde slechts enkele weken om de instellingen zo snel mogelijk te kunnen helpen, vertelt Jacqueline. “Dat is ongekend. Ik vond het echt subliem.” Als we weer terug zijn naar het ‘oude normaal’ hoopt ze een aantal nieuwe vaste partners te vinden waarmee ze het museum meer financiële zekerheid kan bieden. Jacqueline: “Ik wil samen met onze partners bewerkstelligen dat we ook in de toekomst kwalitatief hoge tentoonstellingen en mooie projecten kunnen blijven realiseren.”
“Kunst is van iedereen. We willen mensen het gevoel geven dat kunst heel dichtbij is, zodat ze in deze mooie ruimte met het werk in gesprek kunnen gaan.”
Het museumgebouw is een bepalend onderdeel van de bezoekerservaring. Het staat zelfs genoteerd als ‘kunstwerk nummer 1’. Jacqueline begrijpt dat heel goed. “Ik ben sowieso verliefd op het gebouw. Dat was ook de bedoeling van de architect, Berlage: het gebouw moest de kunst, maar ook de mens dienen.” Het ontwerp mist zijn uitwerking niet: er zijn al verschillende huwelijksaanzoeken geweest onder de schilderijen van Rothko en Monet. Mensen moeten er kunnen verdwalen, legt Jacqueline uit, zodat ze zich kunnen concentreren op hun beleving van de kunstwerken. Jacqueline: “Kunst is van iedereen. We willen mensen het gevoel geven dat kunst heel dichtbij is, zodat ze in deze mooie ruimte met het werk in gesprek kunnen gaan.”
“Ik heb enorm genoten van die eerste twintig jaar in de ‘OS’ (ontwikkelingssamenwerking, red.), concludeert Jacqueline. “Ik heb heel de wereld gezien dankzij dienstreizen naar projecten in Afrika, Azië en Latijns-Amerika. Dat had ik niet willen missen.” Maar zo’n overstap naar de cultuursector: ze ‘zou het iedereen aanraden’. “Er zijn zó veel beroepen binnen het museum die je zou kunnen uitvoeren. Als je ooit het idee hebt gehad en het is er niet van gekomen, zou ik zeggen: waag je kans!”
Nieuwsgierig geworden naar Kunstmuseum Den Haag? De tentoonstelling Het gedroomde museum – Berlages meesterwerk is zojuist geopend. Bekijk hier de online opening.
In de rubriek Follow Up geven we gezicht en vervolg aan vacatures waarvoor via onze site is geworven. Heb jij ook een nieuwe baan gevonden via Culturele vacatures en vind je het leuk om mee te doen? Mail naar follow-up@culturele-vacatures.nl!