Follow Up: Hoofd Development en Filantropie | Centraal Museum

Paul Schuiling

Toen Paul Schuiling enkele jaren geleden de overstap maakte van het Mauritshuis naar NN Group (NN) werd er hier en daar wel even raar van opgekeken. Tot dan toe was Paul immers werkzaam geweest in de culturele sector, waar hij zich naar eigen zeggen als een vis in het water voelde. Toch beschrijft Paul de rol van Adviseur Culturele Partnerships bij NN als ‘de ideale baan op het juiste moment’. Sterker nog, hij had eigenlijk nog helemaal niet het gevoel klaar te zijn bij NN toen de functie van Hoofd Development en Filantropie bij het Centraal Museum in Utrecht vorig jaar voorbijkwam. “Maar ik zei al anderhalf jaar: als die baan vrijkomt, dan wil ik hem,” vertelt Paul ons. “Ik wist dat ik er spijt van zou krijgen als ik die kans niet zou grijpen.” We spreken met Paul over zijn carrièrepad, zijn blik op de sector en zijn droombaan.

Van theater naar museum
Tijdens zijn studie Facility Management aan de HAN wist Paul het zeker: hij wilde in de theaterwereld aan de slag. Zijn loopbaan begon dan ook bij Musis & Stadstheater Arnhem, als assistent facilitair manager, waarna hij facilitair manager werd van het Culturalis Theater in Den Haag, het huidige Theater de Vaillant. “In Den Haag maakte de hospitality onderdeel uit van mijn afdeling en ontdekte ik dat daar mijn passie ligt. Daar ben ik toen gerichter op gaan zoeken.” Zo kwam hij in Leiden terecht, bij de Leidse Schouwburg en Stadsgehoorzaal Leiden. Hier werkte Paul in eerste instantie als Horeca Supervisor, en daarna vier jaar lang als Coördinator Publieksservice. Nadat hij om persoonlijke redenen enige tijd een stapje terug had gedaan, ging hij als freelancer aan de slag. “Een oud-collega uit Leiden vroeg of ik interesse had om bij het Mauritshuis in Den Haag te komen werken. Daar ben ik toen als freelance eventmanager begonnen en uiteindelijk zwaaide ik na 4,5 jaar af als Manager Events.”

Mauritshuis, Den Haag. Foto: Ronald Tilleman

Tijdens de coronaperiode ging het team zich noodgedwongen op online events richten: een verandering die voor Paul professioneel gezien op het juiste moment kwam. “Ik was op dat punt vakvolwassen in die functie en toe aan wat meer uitdaging. Dit was dus eigenlijk een welkome afwisseling, al zou ik nu niet meer zo snel terug willen naar die tijd. Een museum bestaat om te bezoeken. Maar het Mauritshuis liep in deze periode in sommige dingen echt voorop. Het was bijvoorbeeld het eerste gigapixelmuseum ter wereld. Daarnaast hadden we de mogelijkheid om digitale museumrondleidingen te organiseren, zonder dat er iemand naar Den Haag hoefde te komen. De collectie hing er gewoon, en op deze manier konden we deze alsnog aan mensen tonen en bezoekers naar het museum blijven trekken.” Paul was onder andere verantwoordelijk voor een internationale rondleiding door het museum met een gids en een camerateam, voor tweeduizend mensen uit tientallen landen, van Japan tot Amerika. Daarnaast organiseerde hij een coronaconcert met de Nederlandse band Di-rect. “Juist ook om een andere doelgroep het museum te laten zien. Dat was denk ik wel een van de moeilijkste, maar ook een van de leukste projecten die ik daar heb gedaan.”

Het freelancen heeft Paul naar eigen zeggen als heel leerzaam ervaren. “Je werkt in korte tijd voor veel verschillende organisaties. Daar is eigenlijk mijn overstap naar musea begonnen. En ik heb bijvoorbeeld ook werk gedaan voor de Ridderzaal, een unieke plek waar ik weer op een heel andere manier werkte. Maar de culturele sector kent een hoog- en laagseizoen, en in de pieken werkte ik van 10 uur ‘s ochtends tot 1 uur ‘s nachts. Dus toen mij in 2019 gevraagd werd of ik vast bij het Mauritshuis wilde komen werken, heb ik besloten die kans aan te grijpen. Het was tijd voor meer rust, meer stabiliteit.”

Naar de andere kant
In 2021 maakte Paul de oversteek naar de “andere kant van de tafel”: hij ging aan de slag als Adviseur Culturele Partnerships bij NN. “Destijds vond iedereen het een beetje een gekke stap,” herinnert Paul zich, “juist omdat ik zo thuis was in de culturele sector. Maar bij NN was ik verantwoordelijk voor alle kunst- en cultuursponsoring, en het was juist heel goed om te leren hoe een groot commercieel bedrijf denkt over partnerships. Daarbij ben ik altijd open geweest over het feit dat ik daar was om specifiek die ervaring op te doen. Ik kwam daar om mijn ervaring vanuit de sector te brengen, én ervaringen op te doen, die ik uiteindelijk weer mee terug kon nemen naar de culturele sector.”

Centraal Museum, Utrecht. Foto: Jelle Draper.

Desalniettemin had Paul het zo naar zijn zin bij NN dat hij er gemakkelijk nog langere tijd had kunnen blijven. “Ik heb er drie jaar en twee maanden gewerkt en het voelde toen niet alsof ik al klaar was. Maar toen kreeg ik vorig jaar, net voor kerstmis, te horen dat het Hoofd Development & Filantropie bij het Centraal Museum ging vertrekken: de baan waarover ik al anderhalf jaar zei, als die vrijkomt, dan wil ik hem. Toen heeft mijn man wel echt tegen me gezegd: ‘Paul, je zegt nu al zo lang dat je daar wilt werken, dan moet je nu ook die kans pakken, want die is er over een jaar niet weer.’”

Ik kwam bij NN om mijn ervaring vanuit de culturele sector te brengen, én ervaringen op te doen die ik uiteindelijk weer mee terug kon nemen.

Paul was al redelijk bekend met de organisatie, waarvan hij vond dat het een warme uitstraling had. “Ik had in eerdere functies altijd leuk contact gehad met mensen van het Centraal Museum, dus ik was er vrij zeker van dat het een warme plek zou zijn om te werken. Toen ik solliciteerde ging ik er open in. Uit het sollicitatieproces moest ik, als sollicitant, ook de zekerheid halen dat dit mijn volgende plek zou worden. Want ik ging natuurlijk ook wel wat opgeven. Ik vond dat ik bij NN gewoonweg de leukste baan van Nederland had, dus als ik dit ging doen, dan moest ik het wel zeker weten. Maar in het eerste gesprek bij het Centraal Museum werd mijn verwachting over de organisatiecultuur bevestigd, en het tweede gesprek was nog leuker, dus op een gegeven moment wist ik dat ik het gewoon moest gaan doen.”

Cultureel of corporate
Hoewel het altijd duidelijk is geweest dat hij mettertijd weer terug zou gaan naar de culturele sector, geeft Paul toe dat er natuurlijk ook veel voordelen zitten aan het werken bij een grote corporate. “Toch was voor mij de stap terug naar de culturele sector niet supergroot, omdat ik altijd heb geweten dat het tijdelijk was. Maar ik heb wel eens gesprekken met mensen die graag naar de culturele sector zouden willen, maar die zo gewend zijn aan de ruime arbeidsvoorwaarden, of bij de overheid werken en daar zoveel zekerheid hebben, dat ze er uiteindelijk toch van afzien. De culturele sector heeft echter weer heel veel andere dingen te bieden, en ik vind het heel fijn dat ik die nu weer heb. Mijn hart ligt hier, en dat geldt denk ik voor de meeste mensen die in deze sector werken. Ik denk ook dat het steeds belangrijker wordt om je hart te volgen.” Paul pauzeert even. “Al is dat voor mij misschien makkelijk praten omdat ik het financieel goed genoeg heb dat ik ook de vrijheid heb om dit soort keuzes te maken,” nuanceert hij. “Niet iedereen heeft die luxe natuurlijk. Sommige mensen moeten voor elke euro hun best doen, bijvoorbeeld om in hun eentje een heel gezin te onderhouden. Dan snap ik heel goed dat dat geen eenvoudige keuze is. Daarbij ken ik ook mensen die wel de overstap hebben gemaakt vanuit een commerciële naar een culturele organisatie en die ook na anderhalf jaar weer terug gingen, omdat ze zich moeilijk konden aanpassen aan de andere bedrijfscultuur.”

Voor mij was de stap terug naar de culturele sector niet supergroot, omdat ik altijd heb geweten dat het tijdelijk was.

Toch meent Paul dat juist mensen van buiten de sector een ervaring met zich meebrengen, waar in de culturele sector behoefte aan is. “Ook ik zat al vanaf mijn negentiende in de culturele sector, en had altijd in dezelfde omgeving gewerkt. Na mijn tijd bij NN beschik ik over kennis over hoe zaken georganiseerd zijn in zo’n grote organisatie en wat wij daar in de culturele sector van kunnen leren. Kennis die ik nu al kan toepassen in mijn huidige baan. Mijn advies is dan ook echt om ook eens aan de andere kant te gaan zitten, als je ooit die kans krijgt. Je leert er zoveel van.”

Centraal Museum: een warm nest
De eerste paar weken bij het Centraal Museum zijn Paul uitstekend bevallen. “Het warme nest waarvan ik al dacht dat het Centraal Museum dat was, dat is het ook echt. Ik houd van een organisatie waar reuring is en daarbij heeft het Centraal Museum een brede collectie. Dat vind ik heel interessant, omdat er altijd iets tussen zit wat je aanspreekt. Van het nijntje museum, het Rietveld Schröderhuis, tot Collectie Centraal – de vaste collectiepresentatie van het Centraal Museum – die ook nog eens bestaat uit alles van oude kunst tot mode en alles daartussenin. Daarbij vind ik het heel leuk om met een team te bouwen aan een volgende stap. Dat komt allemaal samen in deze baan.”

Collectie Centraal Museum, Utrecht. Foto: Jelle Draper.

Het museum is momenteel hard op zoek naar een nieuwe hoofdsponsor. “Dat is iets waar de komende tijd mijn focus gaat liggen,” legt Paul uit. “Daarnaast is het mijn taak de relaties te onderhouden met de mooie bedrijven, fondsen en particulieren die al aan de organisatie verbonden zijn. Die banden zijn al goed, maar die zou ik graag nog verder willen versterken, behouden en activeren. Mijn team en ik zorgen ervoor dat al het moois dat het museum doet ook financierbaar blijft. Onze entreegelden zijn niet voldoende om de gehele bedrijfsvoering van te betalen. Daar zijn ook andere gelden voor nodig. Daarmee zijn we dagelijks bezig: met het versterken van relaties met bedrijven, fondsen en particulieren – en natuurlijk ook de overheid, die een belangrijke stakeholder voor ons is.”

Mijn team en ik zorgen ervoor dat al het moois dat het museum doet ook financierbaar blijft.

Matchmaking
“Het Centraal Museum is onderdeel van de stad Utrecht. Dit is van oorsprong een stadsmuseum, dat uiteindelijk een landelijke uitstraling gekregen heeft. Maar we zijn nog steeds wel een Utrechts museum, en daar ligt wat mij betreft dan ook de focus: om te kijken of we, mét Utrecht, Utrecht nog mooier kunnen maken. Dat zou ik heel fijn vinden.” Partnerships moeten passen bij de organisatie, benadrukt Paul. “Ik geloof niet in een partnership tussen organisaties die compleet uit elkaar liggen, die elkaar in niets vinden. Dan kost een partnership alleen maar moeite. Dus het gaat vooral om het vinden van de goede match tussen de culturele instelling en een partner. Het waardevolle in mijn carrièrepad tot nu toe is dat ik ook aan de sponsorkant gezeten heb. Daardoor kan ik goed inschatten of er wel of geen match is tussen de organisaties, omdat ik die andere kant ook heel goed snap. Ik gun iedereen mijn vorige baan, omdat het super leerzaam was.”

Ik geloof niet in een partnership tussen organisaties die compleet uit elkaar liggen, die elkaar in niets vinden.

Over zijn carrièrepad gesproken: “Hoewel ik vroeger erg met mijn pad bezig ben geweest, de ene na de andere stap, heb ik dat losgelaten toen ik om persoonlijke redenen een stapje terug deed, en nu ben ik uiteindelijk toch weer op datzelfde pad terechtgekomen. Met andere woorden, je pad brengt je ook wel waar je naartoe moet. Dus wees niet te streng voor jezelf, eis niet van jezelf dat je altijd maar dat pad stug moet blijven volgen, want juist de kronkels in het pad zijn vaak het leukst. Door die kronkels te nemen heb ik de museumwereld ontdekt en heb ik bij NN gezeten. Soms is het bospad dat even afdwaalt mooier dan die rechte weg ergens naartoe.”

In de rubriek Follow Up geven we gezicht en vervolg aan vacatures waarvoor via onze site is geworven. Heb jij ook een nieuwe baan gevonden via Culturele vacatures en vind je het leuk om mee te doen? Mail naar follow-up@culturele-vacatures.nl

In januari 2024 is voor deze vacature geworven via Culturele vacatures
Tekst: Myrthe Huijts, Culturele vacatures
Datum: 10/07/2024