Culturele filantropie: het moderne mecenaat

Jarenlang werd de subsidiekraan voor de cultuur- en kunstensector stevig dichtgedraaid. De klaterende waterval werd een mager straaltje en droogde met de vorderende economische crisis zelfs bijna op, afgezien van een paar spaarzaam vallende druppels. Maar de cultuursector zou de cultuursector niet zijn als zij niet met alternatieve geldstromen kwam om toch te kunnen blijven leveren. Veel initiatieven konden rekenen op breed gedragen steun middels crowdfunding, anderen bouwden verder met particuliere giften en weer anderen kregen steun van een welwillende stichting of fonds.

Crowdfunding, stichtingen, fondsen en particuliere giften; het zijn verschillende vormen van mecenaat. Wat dit precies inhoudt? Van Dale geeft de volgende definitie voor ‘mecenas’:

“iem. die kunstenaars financieel steunt”

Andere definities variëren van ‘kunstbegunstiger’ tot ‘kunstbeschermer’. Samenvattend voorziet een mecenas een kunstenaar van financiële middelen om zijn of haar werk zorgeloos uit te voeren, zonder enig winstoogmerk. Meestal is zo’n mecenas dus een welgesteld persoon, die niet hoeft te kijken op een centje meer of minder. Maar ook veel stichtingen en fondsen vallen onder de noemer ‘mecenaat’.

Het klassieke mecenaat
Het mecenaat is al zo oud als de weg naar Rome. Het begrip is afgeleid van de Romeinse patriciër Maecenas (65 – 8 v. Chr.), die de mecenas was van verschillende kunstenaars, waaronder de Romeinse dichters Horatius en Vergilius. Door heel de geschiedenis heen bleef deze vorm van mecenaat – een particuliere investeerder die geld schenkt aan een kunstenaar – bestaan. Zo werden veel van de grote middeleeuwse auteurs gesteund door een mecenas en zorgde begin twintigste eeuw geld van Winnaretta Singer voor het ontstaan van zo’n twintig klassieke muziek composities.

Ook vandaag de dag vinden we deze vorm van mecenaat in de cultuur- en kunstensector. Een van de grootste particuliere investeerders in de Nederlandse cultuursector is Alex Mulder. De 72-jarige Mulder is met zijn bedrijf Amerborgh de investeerder achter De Nieuwe Liefde, het Compagnietheater, de Rode Hoed en Felix Meritis in Amsterdam en sinds juni bestaat Het Hem, een nieuw cultuurcentrum in Zaanstad, bij gratie van de portemonnee van de filantroop. Mulder vergaarde zijn miljoenen met uitzendbureau Unique. Van zijn investeringen in de cultuursector ziet hij geen geld terug.

We zijn een vangnet, geen hangmat

Helaas heeft Amerborgh al sinds jaar en dag het beleid om uit de publiciteit te blijven. In het enige interview dat Mulder ooit gaf, geeft hij aan dat hij het een “achterlijk idee” vindt dat je uitsluitend ergens geld insteekt om daar meer voor terug te krijgen. Mulder: “Zo van: ik heb al een paar honderd miljoen en daar ga ik een miljard van maken. Wat is dat voor rare wens?” Uiteindelijk moeten de podia die zijn aangekocht door Amerborgh wel op eigen benen staan. “We zijn een vangnet, geen hangmat. Alles is er op gericht dat de podia uiteindelijk hun eigen broek ophouden”, zegt Mulder hierover.

Overigens geeft Mulder aan het niet gek te vinden dat de overheid minder subsidies verstrekt aan kunst en cultuur: “In Amerika komt alles uit particuliere bronnen, daar is niks op tegen.” Wel vindt hij dat de maatregelen te rigoureus zijn ingevoerd.

Fondsen
Met zijn zakelijke achtergrond was het voor Alex Mulder mogelijk om zijn geld in eigen beheer te houden en investeren. Voor veel mensen zal het echter lastig zijn om investeringen in kunst en cultuur te doen, zonder daarbij een tussenpersoon te hebben. Voor hen lijkt een fonds de uitkomst. Er zijn in Nederland veel verschillende fondsen. Veel daarvan worden ondersteund met en draaien grotendeels op overheidsgelden. Maar er zijn ook particuliere fondsen die een gigantische culturele voetafdruk achterlaten in ons land. Een van de grootste particuliere fondsen is het Prins Bernhard Cultuurfonds.

Wouter Steijn.

Het Prins Bernhard Cultuurfonds ontstond 80 jaar geleden als zogenaamd spitfire-fonds. Voor de verjaardag van de Britse premier Winston Churchill gaf prins Bernhard geld voor negen spitfires (een Brits jachtvliegtuig) om de ‘hoge kosten der krijgsvoering’ van de geallieerden enigszins tegemoet te komen. Na de oorlog ging het fonds verder, met als doel sociale cohesie te bewerkstelligen middels cultuur en natuur. “En dat zie je terug in onze huidige missie: bijdragen aan een samenleving waarin cultuur en natuur verbinden en verrijken”, zegt Wouter Steijn, hoofd bestedingen van het fonds.

Steijn noemt het Prins Bernhard cultuurfonds een hybride fonds. “We zijn geen vermogensfonds dat traditioneel geld op de rekening heeft staan, waarvan het rendement mag worden besteed. Het grootste deel van ons bestedingsbudget moeten we elk jaar opnieuw bij elkaar krijgen.”

Waar komt het geld van jullie bestedingsbudget precies vandaan?
Steijn: “Wat we jaarlijks aan cultuur- en natuurprojecten kunnen geven, komt uit verschillende ‘potjes’. Een belangrijk deel wordt gegeven door de Bankgiro Loterij en Nederlandse loterij. Particuliere schenkers – mensen met een groot hart voor cultuur – zorgen met hun giften voor de andere helft van het geld dat we aan cultuur kunnen toekennen.”

Het Prins Bernhard Cultuurfonds is met name groot op het gebied van zogenoemde ‘fondsen op naam’: een particulier kan met een eigen, specifiek doel geld onderbrengen in een speciaal fonds met een zelfgekozen naam. Het Cultuurfonds beheert meer dan 450 van dit soort fondsen, waarvan een deel bestaat dankzij nalatenschappen. “Wij zorgen ervoor dat het doel dat met de schenker bij leven is afgesproken, ook wordt nagekomen als het zover is”, zegt Steijn. “Samen gaan we op zoek naar initiatieven die het beste passen bij het gestelde doel en zorgen ervoor dat de insteller van het fonds op naam betrokken blijft bij de uiteindelijke bestemming van de gift.”

En wat doen jullie met eenmalige of jaarlijkse donaties?
“Het Cultuurfonds telt duizenden donateurs die eenmalig of jaarlijks doneren. Dit geld wordt besteed aan verschillende projecten, eerlijk verdeeld over de verschillende werkterreinen en provincies. Soms werven we voor een speciaal thema, zoals onlangs nog voor cultuureducatie.”

Dat het Cultuurfonds een grote speler is in de cultuursector van Nederland, blijkt uit de cijfers. In totaal besteedt het fonds jaarlijks zo’n 35 miljoen euro aan 3800 projecten. Het fonds is met name groot in kleine giften: driekwart wordt ‘uitgedeeld’ via de provinciale afdelingen. Steijn legt uit dat elke provincie zijn eigen kantoor heeft, waar het grootste deel van de aanvragen wordt behandeld. “We krijgen meer dan 5000 aanvragen per jaar en voordat die aanvraag bij ons ligt, hebben we ook al vaak voorgesprekken gehad. Je kunt je voorstellen hoe arbeidsintensief dat is.”

Door onze kennisvrijwilligers weten we goed wat er op landelijk en lokaal niveau gebeurt

Hoe verwerken jullie al die aanvragen?
“In elke provincie en op het hoofdkantoor in Amsterdam hebben we collega’s die zich alleen daar bezig houden met het beoordelen van aanvragen. Daarnaast zijn er zo’n 300 kennisvrijwilligers die betrokken zijn bij het bekijken van en toekennen aan projecten. En door die experts weten we goed wat er op landelijk en lokaal niveau gebeurt, waardoor we kunnen inspelen op wat nodig is. Dat wordt dan weer gezien door particulieren, waardoor zij kiezen voor het Prins Bernhard Cultuurfonds.”

Volgens Steijn speelt het Cultuurfonds een actieve rol in het hedendaagse mecenaat. “De intenties van zowel onze schenkers als van de aanvragers proberen wij zo goed mogelijk te begrijpen. Wij betrekken schenkers nauw bij wat we doen en begeleiden initiatiefnemers zo goed mogelijk bij het doen van een aanvraag. Dat is denk ik onze moderne variant van mecenaat.”

Steijn herkent de afgelopen jaren een trend in de cultuursector: “Zo’n tien jaar geleden wierf een beperkt aantal culturele instellingen actief fondsen. Inmiddels zie je dat bij veel culturele- en natuurinstellingen een fondsenwerver actief is. Dat is een positieve ontwikkeling, want er komt zo meer geld beschikbaar voor cultuur en natuur in Nederland. En het draagt bij aan meer draagvlak en betrokkenheid. Wat met name het geval is bij vormen van crowdfunding!”

Crowdfunding
Naast het klassieke mecenaat en investeringen door fondsen en stichtingen, valt de cultuursector voor financiële steun ook steeds meer terug op de fanatieke achterban. Middels crowdfunding – waarbij geld voor het project als het ware wordt ‘gedoneerd’ aan de maker projectontwikkelaar door investeerders en ondernemers – komen culturele projecten van de grond. Bijkomend voordeel: naast financiële steun bouwt de ondernemer of onderneming ook meteen een fanbase op.

Roy Cremers. Foto door: Shannon Kanhai

Deze nieuwe vorm van mecenaat vindt zijn oorsprong in de Verenigde Staten. Daar werd het in het begin van de 21e eeuw vooral gebruikt voor artiesten in de kunst-, film-, literatuur- of muziekindustrie. Het bekendste voorbeeld is Kickstarter, dat sinds 2014 ook op de Nederlandse crowdfundmarkt te vinden is. Vier jaar eerder, in 2010, ontstonden hier de eerste crowdfundingplatformen.

Een van de oudste platformen voor crowdfunding in Nederland is Voordekunst, speciaal bedoeld voor culturele projecten. Even wat cijfers: sinds de oprichting van Voordekunst in 2010 doneerden meer dan 260.000 mensen een bedrag van ruim € 26 miljoen. Daarmee werden 3975 projecten van 3660 makers succesvol afgerond. Hoe is dit succes te verklaren? En wat voor organisatie schuilt er achter Voordekunst? We spraken erover met oprichter en directeur Roy Cremers.

Hoe ontstond het idee voor Voordekunst?
Cremers: “In 2009 werkte ik voor het Amsterdams Fonds voor de Kunst. Mijn baas vroeg mij wat wij konden doen om ondernemerschap te stimuleren. Ik ben daarover gaan nadenken en deed wat onderzoek. Waar ik achter kwam: geld is niet het belangrijkste als ondernemer. Waar het vooral om draait, is je netwerk. Uit gesprekken bleek wel dat veel kunstenaars een bruikbaar netwerk hadden, maar dat zij daar vervolgens heel weinig gebruik van maakten voor hun projecten. Ze wilden niet zomaar geld vragen. Tegelijkertijd gaven Nederlanders gul aan goede doelen. Ik vond het raar dat dit in de cultuursector nog niet gebeurde.”

Toen Cremers een band op tv hoorde praten over crowdfunding, viel het kwartje. “Als zij dat konden, waarom de rest van de cultuursector dan niet?!” Tien jaar geleden bestond er nog geen algemeen crowdfundplatform in Nederland. Veel cultuurondernemers en –makers voelden een schroom om te crowdfunden. “Het werd gezien als bedelen bij je publiek, en dat doe je niet”, zegt Cremers.

Maar in tien jaar kan er veel veranderen. Hoewel de rol van crowdfunding in de cultuursector nog relatief bescheiden is – Voordekunst haalde vorig jaar bijvoorbeeld 4,4 miljoen euro op voor zo’n 700 verchillende campagnes, bedragen die niet te vergelijken zijn met overheidsgelden of cultuurfondsen – groeit het aandeel gestaag. “Door de bezuinigingen op cultuur wordt crowdfunding steeds vanzelfsprekender.”

Door de bezuinigingen op cultuur wordt crowdfunding steeds vanzelfsprekender

Vind je het een positieve ontwikkeling dat crowdfunding steeds groter wordt?
“Ja! Met name om aan de politiek te laten zien dat er ontzettend veel Nederlanders trots zijn op kunst en cultuur. Die willen ook hun steentje bijdragen.”

Zouden we het dan ook zonder overheidssubsidie kunnen bolwerken?
“Alleen donaties zijn niet genoeg. Het is bewezen dat als de overheid zich terugtrekt, de donaties ook teruglopen. Subsidies en donaties versterken elkaar. We horen vaak van donateurs: Ik ben geen expert, dus of het kwaliteit heeft, kan ik niet beoordelen. Maar het ontroert me. Door middel van het publiek kunnen we draagvlak creëren bij fondsen en overheden.”

Voordekunst neemt niet zomaar alle ideeën aan. Voordat de crowdfundcampagne op de site komt, wordt er eerst kritisch gekeken naar het ingediende campagneplan. Cremers: “Als een project bij ons past, gaan we kijken of de doelen realistisch zijn en of we de verwachtingen moeten bijstellen, omhoog of omlaag. En of het überhaupt wel de moeite waard is om te crowdfunden.” Daarnaast begeleidt Voordekunst tegenwoordig ook steeds meer het natraject van een campagne. “We zien te vaak dat het contact tussen maker en donateurs stilvalt. Dat is jammer, dus daarin proberen we te begeleiden.”

Achter Voordekunst zit dus ook een heel team dat zorgt voor begeleiding en beheer. Hoe hebben jullie het zelf geregeld qua financiën?
“We krijgen geen structurele subsidie meer. We zijn in de afgelopen negen jaar van 100% naar 0% gesubsidieerd gegaan. We kijken per dienst wie ons kan helpen en wie er belang bij heeft. Zo had de provincie Limburg de wens om crowdfunding daar te stimuleren. Zij geven ons dan geld voor workshops, spreekuren, dat soort dingen. Veel van onze partners zijn overheden of fondsen, waarvoor we diensten verlenen. We verdienen 70% van onze begroting met de eigen crowdfundingactiviteiten en 30% vanuit partners, in de vorm van dienstverleningsovereenkomsten. We staan dus volledig op eigen benen.”

Voor het voortbestaan is Voordekunst afhankelijk van goede projecten en enthousiaste makers. “Daarom is het ook belangrijk dat we goede begeleiding geven aan onze projecten. Want als zij niet bij ons terug komen, kunnen wij ook niet verder.” Cremers spreekt van een gezond maar kwetsbaar businessmodel. “We moeten heel goed blijven luisteren naar wat de kunst- en cultuursector wil en daar passen we ons aanbod dan op aan.”

Het mecenaat leeft
Vermogende cultuurliefhebbers kopen theaters en cultuurhuizen op, anderen doneren via een fonds en zelfs mensen die het misschien niet heel breed hebben, geven middels donaties blijk van liefde voor cultuur en kunst. Het hedendaagse mecenaat pompt heel wat geld in kunst en cultuur en geeft veel culturele instellingen en projecten het broodnodige financiële zetje. Mooi natuurlijk, dat zo veel mensen zich sterk maken voor een bloeiend cultureel en kunstlandschap in Nederland.

Het moge duidelijk zijn: het mecenaat laat zich meer dan ooit gelden in de cultuursector. Ontzettend veel Nederlanders hebben hart voor de kunst en cultuur. Het moderne mecenaat moet dan ook niet alleen gezien worden als een manier om rond te komen, maar ook als een statement richting de overheid: cultuur is belangrijk!

Maar met alleen donaties lukt het niet. Ook de overheid zal zijn steentje bij moeten dragen om een gezonde en diverse cultuursector te garanderen. Het moderne mecenaat biedt overtuigend bewijs voor een breed draagvlak, hopelijk realiseert de politiek zich dit.

Tekst: Thijs van Beusekom, Culturele vacatures
Datum: 15/11/2019