Close Up: “Trainingsacteur”

Culturele vacatures sprak met zelfstandig trainingsacteur Jan Faassen (42). We willen weten wat een trainingsacteur zo al doet, hoe dit werk op zijn pad is gekomen, en wat hij met zijn trainingen kan betekenen voor de culturele sector. “Mijn werk kun je overal doen waar je te maken hebt met gedrag en interactie. En op dat terrein is altijd winst te behalen.”

Het interview vindt plaats in de gevangenis. Jan houdt net als veel andere creatieve ondernemers kantoor in een cel in de monumentale voormalige Wolvenpleingevangenis, niet ver van de Utrechtse binnenstad. Toepasselijke locatie, want jarenlang werkte hij als groepsbegeleider in de gevangenis.

Menselijk gedrag
“Trainingsacteur, is dat niet wat voor jou?,” vroeg een collega in de forensische psychiatrie waar Jan jarenlang als groepsleider werkte. De collega doelde op de trainingsacteur die op dat moment net een training voor Jan en zijn collega’s had verzorgd over hoe om te gaan met lastig gedrag van delinquenten.

De opmerking van die collega was een schot in de roos. Sinds 2002 was Jan werkzaam als groepsleider in de zorg. Daarnaast hield hij zich bezig met amateurtoneel en improvisatietheater. Al van jongs af aan was hij gefascineerd door menselijk gedrag en wandelde hij vol verwondering door het dagelijks leven. In zijn middelbareschooltijd observeerde hij graag mensen en deed hij ze vaak na, vooral leraren. Ook keek hij op tv naar de satire van Koot & Bie, Arjan Ederveen en Wim T. Schippers. Zijn moeder was verpleegkundige en zijn vader een ‘babbelaar’ – werkzaam in de damesconfectie van de V&D – en beide kanten heeft hij in zich. “Ik had niet het lef om een acteeropleiding te doen.” Hij koos voor sociaalpedagogische hulpverlening, sociaal juridische dienstverlening en een coachingsopleiding. “Gedrag – zowel van mezelf als van anderen – vond ik fascinerend, maar ook spannend; het menselijk streven naar status en perfectie, maar tegelijkertijd de worsteling en kwetsbaarheid van het bestaan. Vanaf mijn twintigste heb ik het leven en het menselijk gedrag steeds meer weten te omarmen.”

Enfin, de opmerking van die collega bracht Jan op zijn 27e tot het inzicht dat in het vak van trainingsacteur zijn beide passies – zorg en acteren – samenkwamen. Toen het kwartje was gevallen, volgde Jan een verkorte opleiding trainingsacteren. Daarna begon hij in 2007 parallel aan zijn werk in loondienst in de zorg freelance te werken als trainingsacteur. In de loop van de jaren bouwde hij zijn vaste werk in de forensische psychiatrie en in de maatschappelijke opvang af en zijn zzp-uren als trainingsacteur op. Een korte periode van overspannenheid werkte als katalysator en maakte dat hij de knoop doorhakte en sinds 2016 helemaal voor het trainingsacteurschap en het ondernemerschap gaat. “Ik ben nogal grenzeloos in mijn activiteiten, ik vind heel veel dingen leuk.” Zo volgde hij onlangs tussendoor ook nog een opleiding tot tennisdocent.

Ik lever gedrag, zodat anderen gedrag kunnen ervaren en onderzoeken

Toegepast acteren
“Trainingsacteren is een toegepaste vorm van acteren. Ik lever gedrag, zodat anderen gedrag van hunzelf en van anderen kunnen ervaren en onderzoeken. Het acteren dient als middel om een doel te bereiken. En dat doel is meestal om de ander te laten ervaren welke effectieve kwaliteiten iemand al bezit, aangevuld met inzicht in nieuwe of andere handelingsalternatieven.” Tijdens de opleiding tot trainingsacteur leerde Jan de basis van trainingsacteren: basisvertrouwen in interactie, geloofwaardig spel, registreren wat de ander doet, teruggeven wat je hebt gezien. Daarnaast leerde hij hoe je verschillende groepen kunt bereiken en hoe je omgaat met verschillende (bedrijfs)culturen. “Maar als ik eerlijk ben, heb ik het meeste geleerd door veel kilometers te maken.” Jan werkt op wekelijks basis met verschillende soorten groepen en individuen. “Dat daagt je steeds uit na te denken over de dingen die je doet en maakt dat je leert te vertrouwen op jezelf en te improviseren.”

Afgelopen week gaf hij bijvoorbeeld op maandag trainingen in de jeugdzorg. Op dinsdag speelde hij als trainingsacteur tijdens een assessment een directeur en een projectleider en beantwoordde hij tussendoor mails en stemde hij af met opdrachtgevers. Op woensdag gaf hij gastlessen op het mbo in conflicthantering. “Dan spelen we bijvoorbeeld een casus om te oefenen hoe mensen kunnen omgaan met lastige bezoekers of passagiers. Of laatst op de Politie Academie oefenden we hoe je kunt omgaan met verwarde mensen op straat.” Op donderdag begeleidde hij het proces tijdens een teambijeenkomst voor planologen bij de gemeente. En in het weekend was hij presentator op een van de podia tijdens de Culturele Zondag.

Improviseren
“Ik hou erg van de afwisseling van mijn werk. Ik vind het mooi om continu in nieuwe werelden te stappen en me te verhouden tot nieuwe organisaties, nieuwe sectoren, nieuwe mensen, dat is al improviseren op zich. Ik vind het mooi om me in te leven in nieuwe personages. De essentie is steeds: hoe verhoud je je tot elkaar? Gedrag is vaak universeler dan je denkt, zeker in West-Europa. Wel is er sprake van accentverschillen, ingegeven door cultuur, achtergrond en de context van een situatie. Ieder mens heeft in de basis dezelfde emoties: vrolijk, verdrietig, angstig of gespannen. Ook spanningsopbouw van irritatie naar woede is vrij universeel. De kunst is om die opbouw bij jezelf en de ander te herkennen. Vroeg signaleren van gedrag kan verdere spanningsopbouw voorkomen.”

Jan vertelt dat hij als trainingsacteur niet altijd met open armen wordt ontvangen. “Sommige mensen zitten gewoon niet op een trainingsacteur te wachten. Dat kan te maken hebben met drukte op het werk of soms met eigen onzekerheid. Ze vinden het best spannend om ten overstaan van collega’s te ervaren en te oefenen. Of ze vragen zich af: is die acteur wel goed in zijn vak en snapt hij ons werk wel? Die onzekerheid en kritiek snap ik en je moet er wat mee. Ik probeer duidelijk te maken dat het doel is om gedrag te verkennen in plaats van te presteren. Ik hou niet zo van kunstmatige energizers of iemand geforceerd uit zijn comfortzone te trekken. Gewoon de boel simpel houden, vertellen wat je komt doen en mensen daarin meenemen. Welk gedrag willen we bekijken en oefenen? Uiteraard zijn er tal van methodische stappen waarin je een groep kan begeleiden en verleiden om ze enthousiast te krijgen. Simpele menselijke trekken als aardig zijn en een goed getimede grap zijn daarbij altijd helpend.”

Ik vind het mooi om continu in nieuwe werelden te stappen

Creativiteit
“Ik kan mijn creativiteit vooral kwijt bij het afstemmen op de groep en bij het reageren en improviseren op onverwachtse situaties. Maar ook bij het samenstellen van programma’s, het bedenken en afwisselen van werkvormen en het kiezen van leerstijlen en filmfragmenten, het bedenken van casussen. Je moet didactisch wendbaar zijn.”

Jan is als trainingsacteur vooral werkzaam voor de zorg, onderwijs, creatieve sector en zakelijke dienstverlening. Met het oog op de naderende grote vergrijzingsgolf is hij zich ook aan het verdiepen in dementie. “Nu mensen ouder worden, komen er steeds meer mensen die te maken krijgen met dementie. Het houdt me erg bezig. Ik vind het heel triest als iemand stukken van zijn brein verliest, maar tegelijkertijd ook heel interessant hoe je met dat specifieke gedrag en die interactie kan omgaan.” Hij leest erover, kijkt films en volgt cursussen. Hij wil zich als trainingsacteur richten op medewerkers uit de zorg, die werken met demente ouderen en ze laten ervaren hoe je kunt omgaan met angst of woede of andere emoties die spelen. “Eigenlijk vertoont een demente oudere veel overeenkomsten met een kind in de leeftijd van nul tot vier jaar, die vooral reflectief reageert, spiegelt en impulsief handelt.”

Culturele sector
“Wat ik als trainingsacteur voor de culturele sector kan betekenen? Overal waar je bent, ook in culturele organisaties, heb je te maken met gedrag en verhoud je je tot mensen. Ik wil mensen laten kennismaken met verschillende vormen van gedrag en ze laten ervaren wat voor hen kan werken. Je kunt in een training bijvoorbeeld oefenen hoe iemand efficiënter kan functioneren of hoe je een team efficiënter met elkaar kunt laten werken door meer de verbinding te zoeken, bijvoorbeeld als je onder tijdsdruk toewerkt naar een tentoonstelling, voorstelling of festival. Of hoe je met cultuurveranderingen in de sector kunt omgaan.
Ik heb in het verleden vaak geacteerd voor culturele instellingen, maar gek genoeg worden trainingsacteurs in deze sector minder vaak gevraagd, terwijl daar wel degelijk winst valt te behalen. Misschien heeft het ermee te maken dat de cultuursector traditiegetrouw meer gericht is op wat ze màken in plaats van hoe ze met elkaar omgaan? Of wellicht heeft het te maken met budgetten. Ik weet het niet.”

Tekeningen: Paul Faassen

Knipoog
Wie een kijkje neemt op de website van Jan, ziet hem afgebeeld in verschillende poses; tekeningen gemaakt door zijn oudste broer Paul Faassen. “Zelf kan ik totaal niet tekenen, maar ik vind het leuk dat we allebei een creatief beroep hebben. Mijn broer observeert ook mensen en gedrag op zijn manier en hij maakt er illustraties en beeldcolumns van, onder andere voor de Volkskrant.”

Jan geeft op zijn bedrijfswebsite als motto mee: ‘Goede trainingsacteurs zijn geen kattenpis. Ze bereiken vaak meer en zijn effectief door te laten zien, te laten ervaren en te laten doen (P. Vissers- 2018).’ “Ik vind het grappig als mensen hun ondernemersvisie kracht bij zetten met uitspraken van grote denkers, vooral als de suggestie wordt gewekt dat er een link is tussen die betreffende ondernemer en bijvoorbeeld Martin Luther King. Sommige citaten zijn ook trendgevoelig en die zie je dan ineens overal pontificaal afgedrukt. Dat motto van mij slaat natuurlijk wel ergens op, maar is gewoon verzonnen. En die P. Vissers bestaat helemaal niet.”

Zzp’er
Zolang Jan gezond is en voldoende opdrachten heeft, werkt hij het liefst als zzp’er wat hij nu sinds 2007 parttime en sinds 2016 fulltime doet. “In vaste dienst zou ik de interactie met de uiteenlopende sectoren missen. Het is altijd weer een leuke uitdaging om je in korte tijd tot een nieuwe groep te verhouden. Dat brengt inspiratie, verbinding, kennis, zelfvertrouwen en vooral plezier. Ik werk ook graag met mensen die niet om mij lijken, dat vind ik vaak interessanter. Dat geldt ook privé trouwens, ik moet er niet aan denken dat als ik thuis kom er op de bank iemand zit die net is zoals ik.”

“Ik ben aangesloten bij een beroepsvereniging voor trainingsacteurs en dat levert me veel kennis en contacten op. Het gros van mijn opdrachten heb ik via mond-tot-mondreclame. Mijn website is alleen ondersteunend. Mensen willen je uiteindelijk toch zien werken. Mede omdat ik het freelancen als trainingsacteur eerst combineerde met loondienst in de zorg heeft het wel een paar jaar geduurd voordat ik een netwerk van relaties en terugkerende opdrachtgevers had opgebouwd en voordat ik durfde te zeggen wat ik nu al jaren zeg: ‘Ik ben trainingsacteur’.”

De meeste mensen in de cultuursector werken vanuit een grote passie voor hun beroep. Het zijn vaak bijzondere beroepen. In onze rubriek Close Up zoeken we uit wat deze beroepen inhouden.

Tekst: Mireille de Putter, Culturele vacatures
Datum: 13/06/2019