Close Up: Leesmediaconsulent | Openbare Bibliotheek Amsterdam

Leesmediaconsulent, een relatief nieuw beroep dat soms onterecht in een stoffig hoekje wordt gestopt, volgens Jarno Miedema (40). Als leesmediaconsulent bij de Openbare Bibliotheek Amsterdam (OBA) is hij een onmisbare schakel in het bevorderen van leesplezier en taalontwikkeling op scholen. De Bibliotheek op school (dBos), een nationale aanpak gericht op leesbevordering en mediawijsheid, vormt de basis van zijn werk. Wat houdt de functie precies in en hoe ziet een dag in het leven van een leesmediaconsulent eruit? We spraken met Jarno over de dynamiek en uitdagingen van deze bijzondere rol.

“Kinderen die plezier hebben in lezen, gaan meer lezen. Daardoor gaan ze steeds beter lezen en blijven ze het ook doen,” staat op de website van de Nationale Bibliotheek. Lezen heeft positieve effecten op woordenschat, spelling, begrijpend lezen en schrijven. Zo worden taalachterstanden vroeg teruggedrongen en wordt de kans op laaggeletterdheid verminderd. Tegelijkertijd klinken er zorgelijke geluiden in het nieuws: de leesvaardigheid van jongeren gaat achteruit (NOS), leesplezier moet terugkeren in de klas (Volkskrant), en Nederlandse scholieren zijn de slechtste lezers van West-Europa (De Correspondent). De oorzaak wordt gelegd bij de coronalockdowns (nu.nl), smartphones (AD), of afleiding en digitalisering (Nemo). Voor leesmediaconsulenten is het duidelijk: het stimuleren van leesplezier is noodzakelijker dan ooit.

Grootstedelijke aanpak
De Bibliotheek op school, het landelijke programma dat vijftien jaar geleden werd gelanceerd, heeft als doel het leesonderwijs te versterken in samenwerking met scholen. Het programma richt zich op het bevorderen van leesplezier en de taalontwikkeling van kinderen, met behulp van drie pijlers: expertise, collectie en projecten gericht op leesbevordering en mediawijsheid. Dit wordt gerealiseerd met een actuele en gevarieerde boekencollectie in de schoolbibliotheek, een digitaal portaal, en de inzet van een leesmediaconsulent.

De OBA heeft jarenlang een eigen programma rond leesbevordering ontwikkeld en uitgevoerd. In 2023 sloot de OBA zich met OBA op School aan bij het landelijke initiatief, passend bij haar grootstedelijke aanpak. Het opzetten van een structurele samenwerking in Amsterdam vroeg om maatwerk, gezien de specifieke dynamiek en uitdagingen van de stad. “In een dorp in Overijssel spelen andere kwesties op het gebied van leesonderwijs dan hier in Amsterdam,” legt Jarno uit. “Daar wordt bijvoorbeeld een schoolbibliotheek opgezet als een dependance van de lokale bibliotheek, zodat bewoners boeken kunnen lenen zonder lange afstanden te hoeven afleggen naar de dichtstbijzijnde bibliotheek.”

De financiering van OBA op School komt vanuit diverse bronnen: het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de gemeenten Amsterdam en Diemen, de OBA zelf, en de deelnemende scholen leveren allemaal een bijdrage. Sinds de overgang van bibliotheken van ‘cultuur’ naar ‘onderwijs’ binnen het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zijn bibliotheken steeds meer verweven geraakt met het onderwijs, merkt Jarno op. “Voor bibliotheken is het waardevol om in contact te staan met scholen, bijvoorbeeld om activiteiten onder de aandacht te brengen. Dat probeer ik zelf ook te stimuleren: als er iets op de agenda staat dat relevant is voor de leerlingen, zorg ik ervoor dat er posters op school hangen en er berichten op ouderplatforms geplaatst worden. Hierdoor bereiken we ook mensen die normaal gesproken niet naar de bibliotheek komen, maar nu denken: hé, dat lijkt me wel wat voor dit weekend.”

Van schoolbibliotheek tot digitale processen
Het werk van een leesmediaconsulent is allesbehalve eentonig. “Een typische dag is bijna niet te beschrijven,” lacht Jarno. “Ik stap meestal vroeg op de fiets om van Nieuw-West naar Zuidoost te fietsen, daar zitten ‘mijn’ vijf scholen. Soms ga ik met de leescoördinator in gesprek, soms observeer ik leesbevorderende activiteiten in de klas, of ben ik betrokken bij het saneren van de schoolbibliotheek. Boeken die vóór 2005 zijn uitgegeven, zijn bijvoorbeeld niet meer geschikt, omdat de Nederlandse spelling toen is veranderd. Daarnaast ontwerp ik schoolbibliotheken, soms heel praktisch: hoeveel kasten passen hier en hoe kunnen we deze het best indelen? Andere dagen houd ik me bezig met digitale processen, zoals die van het digitale uitleensysteem. Ik vind het leuk om uit te zoeken wat goed werkt en hoe we dat voor iedereen zo duidelijk mogelijk kunnen maken. Ook ga ik regelmatig met collega’s mee om hen op te leiden.”

“Boeken die vóór 2005 zijn uitgegeven, zijn niet meer geschikt voor de schoolbibliotheek, omdat de Nederlandse spelling toen is veranderd.”

Jarno waardeert de informele sfeer onder zijn collega’s. “Ze zijn stuk voor stuk hartstikke leuk. Eigenlijk moeten we niet te vaak samenkomen, want dan blijven we doorkakelen over alles wat we meemaken op school.” Tijdens een teamdag ontstond zelfs een wedstrijd: wie kon het oudste boek in een schoolbibliotheek vinden? De winnaar vond een exemplaar uit 1961. “Het idee is om daar een soort collectie van te maken, van de oudste boeken die we vinden.”

Verbinding tussen school en bibliotheek
Door de toenemende vraag naar leesbevordering en leesplezier op scholen groeit ook de behoefte aan leesmediaconsulenten. Nieuwe bibliotheekmedewerkers kunnen na hun aanstelling een omscholingstraject volgen via een opleiding bij de Nationale Bibliotheek. Na afronding gaan de consulenten via detachering op scholen aan de slag, waar ze praktijkervaring opdoen en hun kwalificaties in de praktijk laten zien. “Voor mij sloot de functie perfect aan bij mijn achtergrond als geschiedenisleraar, mijn eerdere werk als schrijver en redacteur bij educatieve uitgeverijen, en mijn rol als voorleesvader,” vertelt Jarno enthousiast. “Bij bibliotheken zit natuurlijk veel expertise wat betreft leesbevordering en leesplezier, en op de scholen veel expertise op het gebied van onderwijs. Soms is er een breuk tussen die werelden; dan komen leesmediaconsulenten in beeld om die verbinding te maken.”

Het contact tussen de OBA en de scholen verloopt niet altijd op dezelfde manier: soms neemt de bibliotheek het initiatief, maar steeds vaker kloppen scholen zelf aan. “Het wordt steeds drukker,” vertelt Jarno. “Vaak komt een scholengemeenschap met de vraag of wij bepaalde diensten kunnen leveren. Dan bespreken we de voorwaarden, zoals het aantal uren, vergoedingen, en soms zelfs de collectierichtlijnen: welke boeken wel, welke niet. Vooral bij streng christelijke of islamitische scholen zijn er soms specifieke wensen. We houden daar waar mogelijk rekening mee, maar als openbare bibliotheek hebben we ook onze eigen visie op de samenstelling van een collectie. We blijven altijd respectvol, maar schuwen de discussie niet.”

Leesonderwijs inbedden op school
Bij de dienstverlening van de OBA ligt de nadruk erop dat de leesmediaconsulenten het schoolteam opleiden, en niet het leesonderwijs overnemen. “We trainen het team op school in het gebruik van de boeken en de schoolbibliotheek. Als ik voor de klas sta om een werkvorm voor te doen, is het niet de bedoeling dat de leerkracht ondertussen e-mails gaat beantwoorden of een kopje koffie gaat halen, want het is echt bedoeld als voorbeeld.” Doel van het traject is dat het leesonderwijs ingebed wordt op school. Een contract wordt vaak aangegaan voor drie jaar; na die periode is het de bedoeling dat de school zelfstandig verder gaat. “We willen zoveel mogelijk leerkrachten bekend maken met de mogelijkheden van de schoolbieb en interactief leesonderwijs. Mochten ze overstappen naar een andere school, dan nemen ze die expertise ook weer mee, waardoor de kennis zich als een soort olievlek over de stad verspreidt.”

Soms denken leerkrachten dat het werk van Jarno ophoudt bij het inrichten van een aantrekkelijke schoolbibliotheek. “Dat is slechts een klein onderdeel van mijn werk,” legt hij uit. Een van zijn kerntaken is het geven van trainingen. “De bibliotheek staat er nu, maar hoe ga je hem gebruiken? Hoe vind je boeken die aansluiten bij thema’s op school? In plaats van de standaardvragen – wie heeft het boek geschreven, waar gaat het over, wie is de hoofdpersoon – probeert Jarno leerlingen op een nieuwe manier bij de boeken te betrekken. “Je kunt bijvoorbeeld vragen: denk je dat je bevriend zou zijn met de hoofdpersoon, en waarom? Dit stimuleert de leerlingen om echt in de tekst te duiken en hun eigen gedachten te vormen.”

“Je kunt bijvoorbeeld vragen: denk je dat je bevriend zou zijn met de hoofdpersoon, en waarom?”

Betrouwbare bronnen en mediawijsheid
Het mediagedeelte van de rol van leesmediaconsulent is nog volop in ontwikkeling. Momenteel worden veel losse cursussen aangeboden over het omgaan met digitale media: van verantwoord telefoongebruik tot het herkennen van desinformatie. “Scholen zien soms door de bomen het bos niet meer, want er zijn zoveel aanbieders en de kwaliteit varieert enorm,” vertelt Jarno. Binnen OBA op school wordt daarom gewerkt aan een meer geïntegreerde aanpak, waarin betrouwbare bronnen en mediawijsheid centraal staan, met deskundige begeleiding vanuit de bibliotheek. “Veel collega’s hebben ervaring bij uitgeverijen en kranten of hebben een achtergrond in geschiedenis, net als ik. We weten hoe je kunt inschatten of informatie betrouwbaar is of niet. Die kennis willen we graag doorgeven aan leerlingen.”

Elke school eigen vragen
Op de vijf scholen waar Jarno komt, spelen uiteenlopende vragen en uitdagingen. Als iemand die graag oplossingsgericht werkt, ziet hij het als zijn taak om ideeën te ontwikkelen die breed gedragen worden. “Hoe kunnen we iets vormgeven zodat iedereen het een goed idee vindt?” Zo treft hij vaak scholen waar nog geen volwaardige schoolbibliotheek is – bijvoorbeeld alleen een paar planken met tweedehands boeken – maar waar wel mogelijkheden liggen om een uitnodigende plek te creëren. “Het helpen ontwerpen van een mooie, uitnodigende bibliotheek is iets waar ik echt plezier in heb. Boeken met de kaft naar voren zetten, zodat kinderen meteen nieuwsgierig worden, maakt al een enorm verschil.”

Daarnaast ziet hij dat het gebrek aan thuis lezen een veelvoorkomend probleem is. “Leerkrachten kunnen het goede voorbeeld geven, maar kinderen laten zich nóg meer inspireren door hun ouders en medeleerlingen.” Om ouders meer bij het leesproces te betrekken, helpt Jarno scholen bij het ontwikkelen van ideeën die lezen leuk maken. Zo heeft De Bijlmerhorst in Zuidoost nu een aparte kast met boeken die kinderen mee naar huis mogen nemen als verjaardagscadeau. “Fantastisch dat dit nu is opgezet,” zegt hij trots. “Het is magisch als je ziet dat lezen begint te leven in de omgeving van de school.”

“Leerkrachten kunnen het goede voorbeeld geven, maar kinderen laten zich nóg meer inspireren door hun ouders en medeleerlingen.”

De meeste mensen in de cultuursector werken vanuit een grote passie voor hun beroep. Het zijn vaak bijzondere beroepen. In onze rubriek Close Up zoeken we uit wat deze beroepen inhouden.

Tekst: Rixt Weeber, Culturele vacatures
Datum: 25/11/2024