Close Up: “Adviseur”

Een reorganisatie van het personeelsbestand. Onenigheid over de te bewandelen koers. Vastgelopen arbeidsverhoudingen. Waar dikke culturele rook de lucht vult, is Noud van de Rhee om het vuurtje te blussen. Als adviseur gespecialiseerd in de sector Kunst & Cultuur bij VLUG Adviseurs hielp hij al menig culturele instelling uit de brand. “Probleemsituaties zijn dankbare momenten om ergens in te springen.”

Het is misschien niet de eerste functie die door je hoofd schiet bij een baan in de cultuursector, maar een adviseur kan wel degelijk een belangrijke rol spelen in een culturele instelling. Hij of zij kan een zwarte pagina weer kleur geven. Daarom stapt Noud van de Rhee (51) ook graag in op momenten dat het allemaal even wat minder gaat. “Ik doe graag moeilijke dingen samen met andere mensen. Op momenten dat de urgentie hoog is, is er ook echt ruimte om nieuw beleid te maken, om dingen op te lossen. Je zit met relevante mensen aan tafel die besluiten kunnen nemen en die ook stappen willen zetten,” zegt hij. Nouds’ taak daarin is zorgen dat de verschillende partijen elkaar vinden, samenwerking creëren en mensen verder helpen. “Ik kijk waar de belangen zitten, wat de verwachtingen zijn en probeer met de partijen tot een gezamenlijke oplossing te komen.” Opdrachtgevers zijn meestal bestuurders van instellingen, hun medezeggenschapsorganen en cao-partijen.

Noud belandde met een omweg in de culturele sector. Na zijn opleiding Commerciële Economie – specialisatie bedrijfsorganisatie – moest hij in militaire dienst. Tijdens zijn dienstperiode werd Noud voorzitter van de Vakbond Dienstplichtige Militairen (VVDM). Met de afschaffing van de dienstplicht in 1997, verviel ook de VVDM. “Maar dat was voor mij wel een eerste draai naar meer bestuurlijk werk,” herinnert Noud. Dat bestuurlijke werk beviel goed. Noud solliciteerde bij FNV Bouw, waar hij de eerste paar jaar vakbondsbestuurder was van regio Zuidwest-Nederland. Daarna had hij verschillende managementfuncties binnen de FNV, zoals hoofd van het regiokantoor. “Dat was een hele leuke functie. Ik was verantwoordelijk voor de werkorganisatie, maar stuurde ook de vrijwilligers- en verenigingsorganisatie aan.”

Na zo’n drie jaar als intern hoofd P&O bij de FNV – “een vrij ambtelijke functie waar ik niet heel gelukkig van werd” – kwam Noud in 2005 terecht bij VLUG Adviseurs. Twee jaar later werd hij mede-eigenaar. “Ik kende VLUG al vanuit de samenwerking met de FNV. Het was een logische stap: ik wilde weer terug het veld in, maar geen vakbondsbestuurder zijn. Adviseur leek me een mooie positie. Het kent dezelfde bestuurlijke problematiek, maar dan vanuit een andere invalshoek.” Een van zijn eerste opdrachten was voor FNV Kiem – dat inmiddels Kunstenbond heet – een vakorganisatie voor de kunstensector. Als interim-bestuurder deed hij allerlei klussen voor FNV Kiem, zoals het uitonderhandelen van de cao voor het Nederlandse kamerkoor en de Nederlandse podia én fusies en reorganisaties begeleiden bij verschillende culturele instellingen. “Ik vond de opdrachten in de cultuursector zo leuk, dat ik me daarin heb gespecialiseerd. Dat is nu zo’n zeventig procent van mijn werk als adviseur.”

Waarom paste de cultuursector jou zo goed?
“Ik heb veel affiniteit met kunst en cultuur en het is een prettige omgeving om in te werken. Het omgaan met mensen die vanuit professionaliteit en gedrevenheid echt betrokken willen zijn bij wat ze maken en doen, daar kan ik wat mee.”

De cultuursector verschilt echt niet zo veel van de bouw

“Overigens verschilt in dat opzicht de cultuursector echt niet zo veel van de bouw. Als vakbondbestuurder kom je vaak bij zo’n bouwbedrijf als het slecht gaat. Er dreigt een faillissement, er is een hoop onrust. Dan zit je in een bouwkeet met vijftig mensen die jou hebben uitgenodigd om over hun problemen te praten. Dan zijn die grote mannen gewoon hele kleine mannen met grote zorgen. Die hebben vrouw en kinderen thuis zitten en hopen dat het allemaal goed komt. Op televisie zie je ze boos met een petje zwaaien, maar als je met ze aan tafel zit is het een ander verhaal. Dan merk je een ongelofelijke betrokkenheid bij hun vak. Vakmanschap staat altijd voorop, daar willen ze erkenning voor. Ze weten vaak goed te beredeneren wat voor hen belangrijk is. Die betrokkenheid, vanuit vakmanschap, vanuit trots, vanuit een innerlijke drive iets kunnen betekenen, dat is iets wat ik in de cultuursector ook heel veel tegenkom. Daar zijn mensen vaak ook heel intrinsiek gedreven. Van de kaartjesverkopers tot de makers, ze willen allemaal bij de cultuurfamilie horen.”

Zie je ook verschillen tussen de cultuursector en andere sectoren?
“Het grote verschil is de werkomgeving. De meeste instellingen zijn gesubsidieerd en niet per se commercieel. Bij een bouwbedrijf draait het gewoon om winst maken en is een werknemer vooral een kostenpost. In de cultuursector is de gehele organisatiedynamiek anders.”

Noud krijgt in zijn werk steeds meer te maken met freelancers en zzp’ers en zegt dat de cultuurwereld ook hier kan leren van het voorbeeld van de bouwsector. “Ze hebben het freelancen in de bouw uitgevonden. Ten tijde van economische achteruitgang zag je dat steeds meer bouwvakkers gedwongen werden freelance aan de slag te gaan. Daarna trok de economie weer aan, waardoor bouwbedrijven momenteel moeilijk aan personeel komen. Het personeel is immers zzp’er geworden en erkent de waarde van hun vakmanschap. Ze gaan niet meer vast in dienst, maar kijken wanneer ze tijd hebben tussen alle andere klussen door. De cultuursector gaat ook die kant op.”

Dat moet culturele instellingen toch zorgen baren?
“Er is een fair practice code voor zelfstandigen die moeilijk een goed tarief voor zichzelf kunnen regelen. Maar er is duidelijk een hele andere groep ontstaan die heel gewild is. Instellingen maken zich daar wel zorgen om. Hoe houd ik de kern van mijn organisatie bij elkaar? En hoe zorg ik dat ik ze volgend seizoen weer heb? Ik ben dan ook veel met opdrachtgevers in gesprek over manieren om je organisatie op een eigentijdse manier in te richten. Veel zzp’ers ontplooien namelijk activiteiten die menig opdrachtgever liever binnen hun eigen organisatie had gezien. Ik kijk dan met zo’n organisatie hoe het zo in te richten is, dat het ondernemerschap van werknemers én zzp’ers herkend wordt en erkenning en ruimte krijgt binnen de organisatie. Door te praten met leidinggevenden kijken we hoe zo’n nieuwe verhouding tot elkaar vorm kan krijgen. Inzien dat freelancers veel meer in hun mars hebben dan dat ene kunstje waarvoor de organisatie ze vraagt, dat is waar het in dat soort gesprekken om gaat. Soms helpt het de stijl van leidinggeven en de cultuur binnen een organisatie te veranderen. Daarvoor kan het zijn dat contracten en regelingen anders vormgegeven moeten worden.”

Veel zzp’ers ontplooien activiteiten die menig opdrachtgever liever binnen hun eigen organisatie had gezien

Schillensysteem
Ook Nouds werk verandert door het groeiende aantal freelancers. Toen flexibilisering net op tafel kwam, spraken we van een ui: een organisatiekern (vaste medewerkers) met daaromheen verschillende schillen van medewerkers (uitzendkrachten, freelancers). Noud legt uit dat het schillensysteem nog wel bestaat, maar dat die niet meer langs de traditionele lijn van arbeidsverhoudingen en rechtspositie gaat. “In de kern zitten niet alleen mensen met een vast contract, maar ook tijdelijke werknemers. Het gaat niet om je contract, maar om hoe belangrijk je bent voor het bedrijf. Daardoor krijg je ook hele andere vragen over leiderschap en samenwerking. Hoe richt je dat in? Hoe lopen lijnen van besluitvorming? Hoe regel je het personeelsbeleid, en voor wie? Hoe houd je opdrachten uitdagend voor zzp’ers, zodat ze terugkomen?

Een golfbeweging met twee gezichten, zo noemt Noud de groeiende groep freelancers. Enerzijds is er een groep die liever in vaste dient werkt. Zo spreekt Noud als onbezoldigd voorzitter van Hart Muziekschool in Haarlem (Noud is zelf percussionist van een salsaband, maar danst zelf niet: “laat mij maar rustig achter die trommels staan.”) veel muziekdocenten die het nog steeds jammer vinden dat ze gedwongen zzp’er zijn geworden. “Misschien vanuit zekerheid, maar ook vanuit het kader van rust dat je je vak nog gewoon kan uitvoeren”, legt hij uit. Anderzijds is er een hele grote groep die niet moet denken aan een vast dienstverband.

Ook Noud heeft een paar knoppen om moeten zetten met zijn overstap naar VLUG Adviseurs, een veel kleiner bedrijf dan zijn voorgaande werkgevers. “Hiervoor zat ik in een gouden cao-kooi. Dan is het best ingewikkeld om naar een klein bureau van vijf mensen te gaan. Ik heb gevraagd of ik het eerste jaar toch gewoon in loondienst mocht komen, vanuit sociale zekerheid. Het duurde even voordat ik doorhad dat dit ook een schijnzekerheid was, omdat ik werk had zolang mijn portefeuille gevuld was. Als er geen werk is, heeft VLUG ook geen geld om mij op de loonlijst te houden, dan is het ook snel afgelopen.”

En dat vond je toen moeilijk, die knop omzetten?
“Ja, het was even wennen. Maar als het gaat lopen is het ook fijn. Je krijgt een ander type waardering omdat je alles zelf regelt en doet. Je bent je eigen merk. Daar drijf ik nu al zo’n vijftien jaar op.”

Voelt het als meer waardering?
“Meer persoonlijke waardering in ieder geval. Het geeft zelfvertrouwen en stimuleert ook zelfontplooiing.”

Cultureon
Noud reist voor zijn werk het hele land door, maar zit ook vaak thuis achter zijn computer. Dat bevalt hem uitstekend. “Die afwisseling is erg leuk en de vrijheid zou ik niet willen missen. Dat heb ik wel nodig om goed te kunnen werken.”

Binnen de vrijheid die hij geniet, richtte Noud recentelijk de coöperatie Cultureon op. “Dat hebben we met meer dan twintig mensen opgericht. Het is een netwerk van professionals die zelf geen kunstenaar zijn of bij een kunstinstelling werken, maar wel voor cultuur werken. Denk aan adviseurs, beleidsambtenaren, wetenschappers, docenten. Externen die opdrachtgevers hebben in de cultuursector. Met Cultureon leggen we al onze kennis bij elkaar, zodat we van nog meer waarde kunnen zijn voor onze opdrachtgevers. Zie het als een expertisecentrum.”

Met Cultureon leggen we al onze kennis bij elkaar, zodat we van nog meer waarde kunnen zijn voor onze opdrachtgevers

Hoe gaat dat er dan precies uitzien?
“Het is nog in ontwikkeling, maar we willen zowel offline als online een platform creëren. We mikken erop dat er in oktober iets te zien is. We gaan werken met een abonnementstructuur. Voor een bepaald bedrag per jaar krijg je uitnodigingen voor bijeenkomsten en kun je bijdragen met artikelen. Je wordt lid van de familie. De drempel zal niet zo hoog zijn.”

Zie je Cultureon ook als werk?
“Voor mij is dit niet iets waar ik geld mee verdien. Het helpt wel om mezelf als adviseur te profileren en presenteren. Maar ik kom niet alleen kennis halen, maar ook brengen. In die zin is het werk, omdat het altijd goed is om met je vak bezig te zijn.”

Laatste vraag: wat vind je het leukste aan je werk?
“Het contact met al die diverse mensen en samenwerking creëren. En als daar de kunst en cultuur in Nederland weer een beetje beter en steviger van wordt, dan is dat hartstikke mooi meegenomen.”

De meeste mensen in de cultuursector werken vanuit een grote passie voor hun beroep. Het zijn vaak bijzondere beroepen. In onze rubriek Close Up zoeken we uit wat deze beroepen inhouden.

Tekst: Thijs van Beusekom, Culturele vacatures
Datum: 26/08/2019